Nieuwe districtspresident in Escamp voor de HvDH: ‘Het beleid van de Ombudsman ligt mij op het lijf geschreven’

Canter Visscher wil hard werken aan het oplossen van problemen die zich op wijkniveau voordoen. “Het beleid van de Ombudsman past op zijn best bij mij om problemen in de directe leefomgeving van de mensen uit de Escamp-buurten aan te pakken en op te lossen.” de nieuwe districtspresident die de masterclass politiek van de Ombudsman volgde in Hart voor Den Haag.

Zet problemen op de agenda

Naast wijkgericht werken wil Canter de problemen van de armen in het Zuidwesten op de agenda blijven zetten: “Ik wil de aandacht van de groep vestigen op de problemen van overbevolking, criminaliteit en verspilling. “We willen de overlast van hangjongeren aanpakken en zowel de veiligheid als de leefbaarheid in de wijken sterk verbeteren.”

Parkeerdruk

Het versterken van straten en winkelgebieden is ook een van de uitdagingen van de nieuwe districtspresident. “Er moet een duidelijke visie komen voor zowel de Leyweg als de Dierenselaan om meer kopers aan te trekken. En leegstaande panden, bijvoorbeeld aan de Jan Luykenlaan, moeten omgebouwd worden tot plekken van straatactiviteit”, zegt Canter Visscher, die ook oplossingen wil voor de parkeerdruk in de wijken Leyenburg, Rustenburg-Oostbroek en Moerwijk.

Ook wil de districtsvoorzitter zorgen voor meer opwinding en een betere verkeersdoorstroming in de wijk Wateringse Veld. “De verbetering van de verkeersdoorstroming op de Laan van Wateringse Veld loopt steeds meer vertraging op in de tijd, wat onbegrijpelijk is omdat het er elke dag is. Vervroeg de herinrichting van de kruispunten Noordweg en Oosteinde en doe het tijdens deze raadsperiode in plaats van na 2026.”

Verheugd

De Mos is blij met de komst van Canter Visscher. “Diego is iemand die in alles het Ombudsmanbeleid ademt. Samen met ons wijkteam, wethouder Dubbelaar (Wateringse Veld) en ikzelf als wethouder voor de overige wijken van Escamp, gaat Diego de straat naar het gemeentehuis brengen, precies zoals wij dat willen in Hart voor Den Haag.”