close
close

Jule (24) en Janneke (26) werken in hospice: ‘Meer dan verdriet’

Jule (24) en Janneke (26) werken in hospice: ‘Meer dan verdriet’

1/3 Janneke (links) en Jule (rechts) werken als verpleegkundigen in een hospice (foto: Karin Kamp).

Als verpleegkundigen in hospice De Regenboog in Eindhoven begeleiden Jule Tuerlings, 24, en Janneke Rooijakkers, 26, dagelijks mensen in de laatste fase van hun leven. Zij krijgen hier vaak verbaasde reacties op. Klasgenoten zijn bijvoorbeeld met heel andere dingen bezig en oudere klasgenoten vragen zich af of meisjes het leven niet willen vieren. “Maar dankzij deze baan geniet ik meer van het leven”, denkt Jule.

Profielfoto van Evie HendriksProfielfoto van Karin Kamp

In een bosrijke omgeving van landgoed Eikenburg in Eindhoven werken Jule en Janneke al vier jaar als verpleegkundigen palliatieve zorg.

“Tijdens mijn stage op de afdeling neurologie van het ziekenhuis stierven er wel eens mensen. Ik was benieuwd waar de zorg zou doorgaan als mensen niet meer beter zouden worden”, vertelt Jule.

“De dood is meer dan verdriet.”

Zo kwam hij, net als Janneke, op twintigjarige leeftijd in De Regenboog terecht. “Mensen worden stil als je zegt dat je in een hospice werkt”, zegt Janneke. “Ze vinden dat ons werk niet veel te lachen heeft”, zegt Jule. “Maar de dood is meer dan alleen verdriet.”

Zo loodsen de meisjes de patiënt en diens familie door een laatste fase, waarbij er vaak ruimte ontstaat om terug te blikken op iemands leven. “Het is heel bijzonder hoe snel je een band opbouwt met de mensen hier”, zegt Janneke.

Jule en Janneke bouwen snel een band op met de patiënten (foto: Karin Kamp).
Jule en Janneke bouwen snel een band op met de patiënten (foto: Karin Kamp).

Die band maakt het werk ook lastig. “Soms kunnen patiënten of naasten het nog steeds niet accepteren dat iemand doodgaat. Dan moet je met bijzondere aandacht naar iemand luisteren, want zijn angsten kunnen niet weggenomen of opgelost worden”, zegt Jule.

“Ik vind het nog steeds lastig als er jonge patiënten binnenkomen of als een gezin heel veel op dat van jou lijkt”, zegt Janneke. “Veel praten met collega’s, vrienden en familie helpt.”

“Soms neem je het mee naar huis.”

“En dan neem je af en toe je werk mee naar huis, maar dat is oké”, zegt Jule. Dat is ook met meisjes gebeurd. “Ik had een festival, maar ik maakte me toch grote zorgen over een patiënt wiens pijn we ‘s middags niet goed onder controle konden krijgen”, zegt Janneke.

“Dus, dronken op een picknicktafel, heb ik mijn telefoon aangesloten om het systeem te controleren en te zien of de man gekalmeerd was. Gelukkig was dat zo”, lacht ze. Het zijn oudere collega’s die vaak aan meisjes vragen of ze het leven willen vieren in plaats van in een hospice te werken.

“Maar dankzij deze baan geniet ik meer van het leven”, zegt Jule. “We zien hier elke dag dat dit kan eindigen.” Hospiceverpleegkundigen krijgen veel erkenning voor hun werk. Op tafel ligt een boek met allerlei bedankkaartjes van gezinnen.

Verpleegkundigen krijgen grote erkenning voor hun werk (foto: Karin Kamp).
Verpleegkundigen krijgen grote erkenning voor hun werk (foto: Karin Kamp).

“Wij doen het voor die bedankjes en leuke reacties”, zegt Janneke. Het liefst zouden de meisjes tot hun pensioen in het hospice willen werken, maar ze hebben ook zorgen.

“Door de druk op de ziekenhuizen komen hier soms mensen die pas drie maanden overlijden. Dan moeten we ze naar huis sturen”, zegt Jule. “Dat zijn de moeilijkste gesprekken.”

Bovendien moeten ze door bezuinigingen meer doen met minder mensen. “Dus soms kun je iemand niet de aandacht geven die hij of zij verdient”, zegt Jule.

Janneke en Jule kunnen zich echter geen ander werk voorstellen. “Je werkt toe naar een moment dat je maar één keer kunt bereiken”, zegt Janneke. ‘Doe dan je best.’

Je moet het gewoon kunnen.

In de serie artikelen ‘Je moet het gewoon weten’ vertellen verschillende Brabanders over hun bijzondere vak. Ze leggen uit wat ze in hun werk tegenkomen en welke reacties ze op hun werk krijgen.

DEZE VACATURES ZIJN OOK SPECIAAL:

Kapotte treinen of ongelukken op het spoor: Dirk is de eerste die reageert

Arnoud draagt ​​zijn zware koffer het vliegtuig in: ‘Soms wel 32 kilo’

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *