close
close

Werkspoor heeft West-Indiërs in dienst

Werkspoor Utrecht, het vierde bedrijf van Nederland, heeft besloten arbeidskrachten uit de Antillen in dienst te nemen. In september arriveren waarschijnlijk zo’n dertig alleenstaande werknemers tussen de 23 en 28 jaar in de spoorstad. Onder hen bevindt zich een biljartkampioen uit Curaçao. Dit stond op zaterdag 18 juli 1964 in het Utrechtsch Nieuwsblad.

De Antillianen willen de plaatsvervangers zijn van de dertig Spanjaarden die deze zomer definitief naar hun thuisland willen terugkeren. De werkgelegenheid lijkt daar te zijn toegenomen.

Momenteel heeft Werkspoor in totaal 270 buitenlanders in dienst, waarvan 190 (nog) Spanjaarden. De stafchef, H. van Unnik, was ondanks de hitte en het gebrek aan slaap bereid vanuit het vliegtuig vanuit het westen een overzicht te geven van zijn activiteiten. In 14 dagen selecteerde hij 24 Arubanen en 22 Curazano’s, die allemaal een LTS-diploma hebben. De heer Van Unnik heeft de indruk dat de LTS-opleiding op de Antillen niet veel onderdoet voor die in Nederland.

De verwachting is dat er na een medisch onderzoek, een psychotechnische test (o.a. aanpassingsvermogen) en een politiecontrole zo’n dertig over zullen zijn. Ze krijgen een contract van twee jaar, waarna ze vrij zijn om terug te keren of te verlengen. Werkspoor hoopt hen onder te brengen in pensions in Utrecht. Hun reis wordt gefinancierd door de Antilliaanse overheid, terwijl Werkspoor ook een klein deel bijdraagt. De terugbetaling zal achtereenvolgens plaatsvinden.

Werkspoor is het vierde Nederlandse bedrijf dat West-Indiërs in dienst heeft. Brons bij Amersfoort, het Nederlandse scheepsbouw- en dokbedrijf. In Amsterdam namen Thomassen en Drijver de leiding.

De ervaringen met de eilandbewoners tot nu toe, vooral met Bronswijk, zijn uiterst gunstig. Dit komt mede door de psychotechnische test die de Antilliaanse overheid zelf stelt als voorwaarde om in Nederland te mogen werken. Het is niet onmogelijk dat Werkspoor na deze test nog meer West-Indiërs in dienst neemt. De heer Van Unnik geeft aan dat er voldoende goed opgeleid personeel op de Antillen aanwezig is. Het bleek niet meer mogelijk om in Europa weer andere buitenlanders in dienst te nemen.

Ook Philips Telecommunicatie uit Hilversum gaat het proberen bij de Antillianen. Een voordeel is dat er geen problemen zijn met de taal.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *