close
close

Eén van de armste wijken van Nederland blijkt gelegen aan een goud- en oliemijn

Oliewinning in tijden van transitie

Bas Oudenaarden richtte de actiegroep “Stop Oliewinning Rotterdam” op. ‘Hoe kunnen er jaarlijks elf miljoen vaten olie de lucht in worden gepompt, oftewel drie tankers aan CO2, terwijl de gemeente de uitstoot in 2030 met de helft moet terugdringen? Het is dus beter om die olie in de bodem te laten zitten.

Oudenaarden durft te betwijfelen dat de jaarlijkse olie-inkomsten van zo’n 30 miljoen voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor onze welvaart: “Het is heel teleurstellend, ik heb die jongens niet in Charlois zien landen.” Er is een milieufonds, maar dat is geen fonds voor Charlois. Oudenaarden legt een dik dossier op tafel met alle papieren waarmee de vier partijen tegen de vergunning in beroep zijn gegaan bij de Raad van State. “Het zal heel moeilijk zijn om deze zaak te winnen, omdat we een leemte moeten opvullen in de mijnbouwwet, die ooit is opgesteld door lobbyisten van Shell.”

Vertrouwen in de overheid

Voor de Rotterdammers is het David tegen Goliath. Kevin van Eikeren kan heel boos worden: “In Rotterdam verzinken zo’n 120.000 huizen. Ik werk voor een woningbouwvereniging en we kampen enorm met funderingsproblemen.” Volgens van Eikeren is het probleem dat veel huizen in Rotterdam niet op palen zijn gebouwd, maar op verbindingen van ossenleer, staal of beton.

“Dat gaat weg als je de grond gaat raken, dan ontstaan ​​er scheuren.” Natuurlijk zinkt ook Rotterdam, maar volgens Van Eikeren moet de overheid bewijzen dat het niets met de boringen te maken heeft, in plaats van burgers te vragen te bewijzen dat het er wel iets mee te maken heeft. Daarom pleit hij voor een omgekeerde bewijslast.

“We moeten het niet normaal vinden dat burgers in hun vrije tijd hele dossiers moeten doornemen om te bewijzen dat ze gelijk hebben. Mensen voelen zich op deze manier in de steek gelaten door de overheid. Neem als overheid een actieve rol en laat zien dat hun zorgen serieus zijn voor ons”, aldus van Eikeren.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *