Ontroostbare familie na het ‘fatsoenlijk’ graf van hun zoon door de gemeente

Om het graf van zijn zoon wat mooier te maken, is pater Jay dinsdagochtend druk bezig met het planten van bloemen. Het graf is echter niet meer zoals voorheen.

Vorige week troffen hij, zijn vrouw en dochter een verwoesting aan op de begraafplaats. “Mijn dochter kwam en vertelde ons: papa, mijn broer is weg”, zegt hij opgewonden.

Zoon Jay overleed anderhalf jaar geleden bij de geboorte. De begraafplaats is een belangrijke plek voor de familie.

“We komen hier twee keer per week. Daarom hebben we veel moeite gestoken in het creëren van een prachtige herdenkingsplek.” De familie legde kunstgras aan, bouwde een hek en plaatste bloemen en knuffels.

En vorige week stapelde alles zich opeens op. “Volgens de gemeente waren de vier betonnen pijlers te hoog en hinderden ze het snoeien van de heggen. Ik had toestemming gegeven om de palen te verwijderen, maar de rest zou blijven staan”, vertelt Jay.

“De e-mail met dat citaat is nooit verzonden.” Als gevolg hiervan is het hele graf vernietigd. “Dit verdriet is echt onmenselijk. We hebben veel verdriet gehad op deze plek, maar we hebben ook veel mooie momenten beleefd. Dat is allemaal al voorbij. Ik heb er geen woorden voor.”

De gemeente Eindhoven wil niets zeggen over de zogenaamd gemaakte afspraken. Ze zeggen dat ze de familie per brief hebben geïnformeerd dat het graf te veel ruimte in beslag nam en dat ze het in de goede staat moesten herstellen.

Volgens de gemeente kwam er geen reactie en zijn de voorwerpen “voorzichtig en met respect voor het graf” weggehaald en opgeborgen.

“Als blijkt dat er iets kapot of beschadigd is, wordt dat uiteraard gerepareerd en vergoed”, aldus een woordvoerder. Jay heeft inmiddels zijn excuses aangeboden en gaat dinsdagmiddag de zaak bespreken met de gemeente. Hoop dat ze een oplossing vinden.

“Het gaat niet om geld, want de emotionele schade is onaanvaardbaar. Ik hoop dat ze hardere maatregelen nemen tegen ambtenaren voor dit soort fouten, zodat andere familieleden dit nooit hoeven mee te maken.”