close
close

Heeft de sector nog toekomst?

Moeten we doorgaan met de Nederlandse glastuinbouwsector? De industrie exporteert voornamelijk en is sterk afhankelijk van arbeidsmigranten. Dit laatste levert problemen op voor omwonenden, woningzoekenden en sommige politici. Zijn de baten nog steeds groter dan de kosten?

In kassen worden groenten, fruit, bloemen en planten geteeld. 85 procent daarvan gaat naar het buitenland. Het economische belang ervan is beperkt: 1,1 procent van het bruto binnenlands product (bbp).

Omdat de kassen vooral arbeidsmigranten zijn, gaat de levenskwaliteit in de regio achteruit, zegt Rotterdams wethouder Tim Versnel.

Bijna een kwart (24 procent) van de Nederlandse kassen bevindt zich in het Westland, een kustgemeente in Zuid-Holland die deel uitmaakt van de regio. Hij Westers land. Afhankelijk van het seizoen werken er tussen de 12.000 en 16.000 gastarbeiders. Daarvan wonen er 4.600 in het Westland zelf, de rest in de omliggende gebieden.

Persoonlijk denk ik niet dat je een industrie in stand kunt houden die alleen afhankelijk is van buitenlanders.

Econoom Jaap van Duijn

Volgens Versnel is er in Rotterdam heel weinig huisvesting voor immigranten, vooral uit Oost-Europa. Hierdoor leven sommige mensen op straat, terwijl anderen met veel mensen tegelijk op hetzelfde adres wonen.

Bovendien spreken de meesten geen Nederlands. Veel immigranten zijn van plan op lange termijn terug te keren naar hun thuisland. “Dit heeft ook invloed op de sociale cohesie van deze buurten”, zegt Versnel. “De levenskwaliteit in deze wijken gaat sterk achteruit.”

Silicon Valley van de tuinbouw

Ook Klaas Knot, directeur van De Nederlandsche Bank, vraagt ​​zich af of de maatschappelijke kosten van de glastuinbouwsector nog wel opwegen tegen de baten, zo stelde hij vorige maand in een televisieprogramma. buitenbaan. Hij verwees naar het rapport van de Staatscommissie voor Demografische Ontwikkeling 2050, waarin onderzoekers politici aanmoedigen beter na te denken over welke arbeidsmigranten nog welkom zijn.

De uitspraken van Knot veroorzaken opschudding in de regio. Daar zijn ze trots op hun hightech kassen, die ze ook wel de ‘Silicon Valley’ van de tuinbouw noemen.

Moeilijk te vinden Nederlands personeel

Plantenteler Raymond Vijverberg vreest voor de toekomst van zijn bedrijf. De helft van het personeel komt uit het buitenland. Het is niet mogelijk om Nederlandse werknemers te vinden, zegt hij. “Ik ben ook 40 jaar oud. Als ik naar mijn vriendengroep kijk, hebben ze allemaal zo goed geleerd dat ze niet in een tuin willen werken.”

Burgemeester Bouke Arends (PvdA) van Westland wil niet dat producenten stoppen of naar het buitenland verhuizen. “Zorg ervoor dat je het kind niet met het badwater weggooit.”

Arends is boos dat de glastuinbouwsector onvoldoende erkenning krijgt. Hij wijst erop dat mensen van over de hele wereld naar zijn gemeente komen om te leren van de innovatieve kassen. “Ons exportproduct is die technologie.”

Een groep Filippino’s bezoekt het World Horti Center in Naaldwijk:

“Wij spelen de Champions League van de tuinbouw”

Sinds 1850 zijn de glastuinbouw en het Westland met elkaar verbonden. Waren het decennia geleden vooral kleine boerenbedrijven die kleinschalig teelden, tegenwoordig zijn het megabedrijven die vooral exporteren. “De charme van die straten, sloten en bruggen uit die tijd is verdwenen”, zegt Jaap van Duijn.

Hij is econoom, komt uit het Westland en schreef een boek over zijn geboortestreek. Hoewel Van Duijn nostalgisch is, is hij ook realistisch: “Persoonlijk denk ik dat je geen industrie in stand kunt houden die alleen met buitenlanders kan functioneren. Het zou dus beter zijn om de productie naar het buitenland te verplaatsen.”

Als de Westlanders echt zo trots zijn op hun kassen, moeten ze zelf maar aan de slag, vindt Van Duijn. “Maar dan moet je ook geen baan hebben waarbij je vrijdagmiddag vrij hebt en een auto van de zaak.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *