close
close

Te veel ‘Den Haag’, te weinig stem voor leden: er broeit iets bij de VVD

Te veel ‘Den Haag’, te weinig stem voor leden: er broeit iets bij de VVD

Het kabinet-Schoof trad vlak voor het zomerreces van de Tweede Kamer aan. Van de vier partijen in de coalitie heeft alleen de VVD regeringservaring, al zijn de vier liberale ministers debutanten. Hoe staat het met de partij van Dilan Yesilgöz nu Mark Rutte de deur van de Toren definitief achter zich heeft gesloten?

Sommige VVD-aanhangers waren de afgelopen jaren ontevreden. Vanaf 2021 werd dit ook opgemerkt op partijconferenties. De kritiek bestond uit vier hoofdpunten. Eén: eenzijdige afhankelijkheid van premier Rutte. Ten tweede: het probleem dat de standpunten van de rechtervleugel van de partij, voorheen belichaamd door Hans Wiegel en Frits Bolkestein, pas tijdens de verkiezingsperiode werden verkondigd. Drie: de omstandigheid dat de belangen van ‘Den Haag’ boven alles leken te prevaleren. Ten vierde: de tendens dat de invloed van de leden steeds beperkter wordt.

Rutte is er niet meer en de rechtervleugel van de VVD is tevreden met deelname aan een rechts kabinet. Maar de laatste twee punten zijn nog steeds geldig.

Politiek Den Haag wordt bevolkt door professionele leden van de VVD: ministers, parlementariërs en hun medewerkers (politieke functionarissen van de fractie, persoonlijke assistenten van parlementariërs en ministers, communicatiefunctionarissen). In provincies en gemeenten zijn raadsleden en gedeputeerden fulltime bestuurders, terwijl raadsleden en Statenleden hun taken naast hun baan uitoefenen. Net als afdelingsdirecteuren en partijvrijwilligers.

Professionals en vrijwilligers hebben verschillende belangen. Bestuurders moeten concessies doen in een coalitie, vrijwilligers hebben de neiging vast te houden aan idealen en verkiezingsprogramma’s, ook al leidt dit tot een oppositionele rol. Degenen die niet in de politiek werken, kunnen zich een principiële houding permitteren.

Nieuwkomers op de VVD-kandidatenlijst bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 en 2021 werden veelal direct na hun afstuderen politiek adviseur of assistent. Goed op de hoogte van de Haagse gebruiken, weinig bekend met de buitenwereld. Drie van de vier nieuwe VVD-ministers – Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei), Ruben Brekelmans (Defensie) en Eelco Heinen (Financiën) – werden daarmee gedeputeerden. Brekelmans en Heinen waren korte tijd overheidsfunctionarissen, maar werkten vooral voor de VVD. David van Weel (Justitie en Veiligheid) was tussen 2016 en 2020 adviseur van premier Rutte op het Ministerie van Algemene Zaken en daarna een hoge NAVO-functionaris.

Commerciële vereniging of sociale vereniging?

De meerderheid van de VVD-kiezers is voorstander van deelname aan het kabinet van Schoof, de helft van de leden. Als de VVD deze regering niet mogelijk had gemaakt, zou rechts na dertien jaar in de tussenkabinetten definitief zijn vertrokken. Links kreeg van 2012 tot 2023 zijn zin, nu moet rechts iets krijgen. Eerder een zakelijke overweging dan een ideologische.

Professionals beschouwen de VVD als een vakbond en de vrijwilligers als een sociale groep. Organisatorisch gezien komt het neer op een centraal geleid bedrijf of een vrijwilligersorganisatie met tweerichtingsverkeer. Onder Rutte heeft het hoofdbestuur consequent voor het eerste gekozen.

Dit had gevolgen voor de ledenparticipatie. Partijleden hebben twee privileges: invloed op kandidatenlijsten en verkiezingsprogramma’s. Sinds partijvoorzitter Benk Korthals (2011-2014) werden delen van het kiesprogramma in aparte deelsessies goedgekeurd, in plaats van met alle leden in een plenaire vergadering. Al zo’n tien jaar kunnen kandidatenlijsten, van lokaal tot Europees, alleen worden aangepast als minimaal de helft plus één van alle leden meedoet aan het digitale referendum.

Een netwerkfeest met informatieve toespraak.

Partijvoorzitter Henry Keizer (2014-2017) maakte van de VVD een ‘netwerkpartij’. Het argument was dat mensen geen lid meer wilden zijn van de partij en dat er een andere, meer eigentijdse organisatievorm nodig was. De reorganisatie ging gepaard met nieuwe kenmerken: de afdelingen werden “lokale netwerken” genoemd.

Het motto was schaalvergroting, ook op afdelingsniveau. De deelname van gewone leden daalde. Partijcomités werden ‘thematische netwerken’. Leden zijn gevraagd om zitting te nemen in de commissies op basis van aantoonbare inhoudelijke kennis. Deze adviseerden parlementariërs en ministers op het relevante beleidsterrein. Een top-down benadering dus.

Sommige thematische netwerken bleken levendig en succesvol. De leden hebben elkaar ontmoet. Moties en amendementen werden ingediend op ledenvergaderingen en in verkiezingsprogramma’s. Op termijn wilden ze ook kandidaten kunnen voordragen. Thematische netwerken boden wat bij de rest van de partij nauwelijks mogelijk was: de mogelijkheid om zich buiten de hoofdraad te organiseren.

Nu lijkt het bestuur te willen ingrijpen. Formeel moeten inactieve netwerken worden opgeheven of met andere worden samengevoegd, zodat er een kleiner aantal actieve netwerken overblijft. Critici vrezen dat thematische netwerken nu ook het zwijgen worden opgelegd.

Binnen de VVD wordt ‘Liberaal Groen’ gezien als een linkse vereniging en het netwerk ‘Migratie en Integratie’ als ontmoetingspunt voor rechtse liberalen. Veelzeggend is dat beiden, samen met drie andere netwerken, op het partijcongres op 25 mei in Nieuwegein een motie hebben ingediend tegen het voornemen van de Hoofdraad.

In oktober 2022 werd niet de partijleiderskandidaat tot partijvoorzitter gekozen, maar zijn rivaal Eric Wetzels. Negen maanden later viel RutteVier. Praktisch gevolg: De voor najaar 2023 geplande statutenwijziging werd uitgesteld tot na de verkiezingen.

Het is de bedoeling dat de ’50 procent + 1′-regel om wijzigingskandidatenlijsten te laten verdwijnen. Het nieuwe voorstel: het bestuur en de leden hebben evenveel zeggenschap. Critici vinden dit geen verbetering. De mogelijkheid dat Kamerleden unaniem iets anders willen, is net zo onwaarschijnlijk als de eerdere opkomst van meer dan 50 procent.

Tevergeefs maak ik bezwaar tegen regeren met de PVV

Deze wijziging stond afgelopen mei op de agenda. De voorgaande agendapunten waren overtroffen. Omdat de leden in de late namiddag naar de bar liepen of vertrokken, wilde het hoofdbestuur daar toch voor zorgen, ook al duurde de vergadering tot in de avond. Dit stuitte op protesten van de leden, waarna de vergadering formeel werd geschorst en in het najaar zou worden voortgezet.

Wie tevreden is, heeft geen reden tot klagen. De VVD-ers die zichzelf op de middenweg van Rutte herkenden, beseften misschien niet hoe weinig ze nog te zeggen hebben, totdat ze zich het afgelopen half jaar tevergeefs tegen het regeren met de PVV hebben verzet.

Opgehoopte ontevredenheid

De ontevredenheid over binnenlandse aangelegenheden beperkt zich niet langer tot rechts. Leden die verschillende opvattingen hebben over de gewenste coalitiepartner kunnen het eens zijn over het belang van lokale afdelingen en de wenselijkheid van een grotere ledenparticipatie.

Bij sommige wedstrijden is het voor de leden een sport om het de nationale top zo moeilijk mogelijk te maken. VVD-leden zien zichzelf vaak als zakenmensen. Met twee verkiezingen en één formatie was het niet het moment om een ​​jaar lang meningsverschillen te bevechten. De formatie is inmiddels compleet en in 2026 staan ​​er gemeenteraadsverkiezingen op de agenda. Alle onvrede zou dit najaar aan de oppervlakte kunnen komen.

Pieter de Jongere Hij is historicus en publicist.

Wynia-weekHet is er het hele jaar door, minstens 104 keer per jaar. Met onafhankelijke en verrassende reportages. En Wynia-week is Gratis, maar niet goedkoop. Lezers, kijkers en luisteraars maken Wynia Week mogelijk. Doe je mee? je kunt donerenHIER. Bedankt!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *