close
close

Bij het 80-jarig jubileum van De Kromme | Nieuws030

Door Hans van Echtelt

Dat De Kromme vandaag zijn 80ste verjaardag viert, brengt veel nostalgische herinneringen met zich mee. Zo publiceert de NOS vandaag op haar website een artikel over zijn jeugd in Utrecht.

Ik heb ook allerlei persoonlijke herinneringen.

Wim van Hanegem was niet alleen controversieel vanwege zijn voetbalprestaties, maar ook buiten het veld. Letterlijk en figuurlijk. Het begon allemaal met onze eerste ontmoeting, hij had net zijn debuut gemaakt in het eerste elftal van Velox. Mijn toenmalige sportredacteur had mij opgedragen de Van Hanegems te bezoeken in hun appartement ergens in Overvecht.

Het was een gedenkwaardige bijeenkomst. Willem en Truus woonden begin jaren zestig in een eenvoudig ingericht appartement. Er waren nog geen kinderen, de eerste was onderweg. Tijdens ons gesprek was de vrouw des huizes het meest aan het woord, Willem knikte af en toe goedkeurend en liep regelmatig naar de hoek van de kamer om een ​​foto op te hangen. Een nummer van Roy Orbison. Het was Oh, mooie vrouw. Terwijl Truus uitlegde dat ze in verhitte discussies was met de toenmalige president van Velox over de salarisverhoging van haar man, neuriede Wim vrolijk het succes van The Big ‘O’.

Hij werkte toen nog voor een bescheiden salaris als bouwopzichter, en de bonussen bij Velox leverden hem ook geen geld op. Vijf florijnen voor een training, vijftig florijnen voor een overwinning. Er volgde een uiterst opmerkelijke dialoog. Bij het afscheid zei ik: “Wim moet het wel een leuke foto vinden, want tijdens mijn verblijf hier heeft hij het liedje zo’n tien keer gespeeld.” Tot mijn verbazing reageerde Truus al snel: ‘Hans, het is de enige foto die we in huis hebben.’ Een ontmoeting van ruim vijftig jaar geleden, maar eentje die ik nooit zal vergeten. De profvoetballers van nu zullen het zich niet meer kunnen voorstellen .

Ik was destijds net als Willem begin twintig en we bleven elkaar in die tijd volgen, vooral tijdens zijn Velox-periode. Vervolgens ging hij naar Xerxes en werd beroemd bij Feyenoord, waarna ik hem door mijn betrokkenheid bij Utrecht een beetje uit het oog verloor.

Maar zie, De Kromme keerde toch terug naar de kathedraalstad. Nu als FC-speler. Het was 1979 en we ontmoetten elkaar weer en natuurlijk gebeurden er weer spraakmakende dingen. Zo organiseerde Han Berger een weekend trainingskamp in Limburg omdat FC Utrecht uitzicht had op Europees voetbal. De tegenstander heette Roda JC, waar Bert Jacobs destijds coach was. Journalisten mochten destijds zonder beperkingen aanwezig zijn. Ik bezocht dus trainingen, bijeenkomsten en logeerde ook in het spelershotel.

Een avond voor de beslissende wedstrijd zaten we aan tafel met Hans van Breukelen en Han Berger. Voordat het diner werd geserveerd, vroeg de coach van FC Utrecht een minuut stilte voor degenen die wilden bidden. Dit was vooral bedoeld voor voormalig misdienaar Van Breukelen en mij, als voormalig seminarist.

Toen de minuut voorbij was, maakte Hans iets voor mij het kruisteken, hij was al klaar met zijn gebed. Toen volgde ik hem, een paar seconden later. Waarna Van Hanegem de legendarische opmerking maakte: ‘Hé, Van Echtelt, jij stottert ook als je rustig zit te bidden.’ De hilariteit was alom aanwezig, ook deze soms aarzelende journalist deed volmondig mee.

De volgende dag versloeg FC Utrecht Roda met 1-3, met doelpunten van Willy Carbo en twee van Leo van Veen. We waren aangekomen bij Europees voetbal en op de terugweg stopten we bij een wegrestaurant in Eindhoven. In een hoek van de eetkamer stond een piano waar ik op verzoek van De Kromme enkele liedjes speelde. Willem startte spontaan een polonaise waarbij ook scheidsrechter Jan Keizer aanwezig was.

Het was al de tweede keer dat ik mijn muzikale talent mocht laten zien voor de ploeg van FC Utrecht. Een jaar eerder gebeurde dat op trainingskamp in Norg, waar ook Van Hanegem aanwezig was. De Kromme vroeg mij of ik tijdens het diner een ‘Beethovenstuk’, specifiek Fur Elise, wilde spelen. ‘Mijn favoriete nummer,’ voegde hij er enigszins hypocriet aan toe. Nadat ik het stuk zorgvuldig had uitgevoerd, wendde ik mij tot de muzikanten waarvan ik vermoedde dat ze achter mij in de eetkamer zaten. Maar er was verder niemand te bekennen: onder leiding van Wim van Hanegem hadden ze tijdens mijn vertrek massaal de zaal verlaten. Er was dus geen applaus, alleen gelach!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *