close
close

Afscheid van een buurticoon: Lux Garage

Afscheid van een buurticoon: Lux Garage

Het is alsof mijn dokter na dertig jaar tegen me zei: ik stop ermee.’ Het is één van de vele hartverwarmende reacties die Monique Franse, haar vader Rinus en broer Hans krijgen als ze bekendmaken dat garage Lux per 1 juli sluit. Een klein familiebedrijf waarin persoonlijke aandacht vanzelfsprekend is, verdwijnt uit de buurt.

Anita Boelsums

RInus is 80 jaar en Hans 76, dus je zou zeggen dat het een mooie leeftijd is om met pensioen te gaan. De reden voor de sluiting is echter triest. Monique: ‘Mijn broer Johan is afgelopen januari overleden. Hij had het bedrijf jaren geleden overgenomen van mijn vader en oom en we waren van plan om het bedrijf samen voort te zetten. Helaas gaat dat nu niet door; We hebben het hele pand verkocht, inclusief het huis erboven.’

Uit de buurt
In 1933 huurde pater Franse een kleine ruimte aan de Kamerling Onneslaan. Het was oorspronkelijk een fietsenfabrikant. Rinus: ‘Wij krijgen nooit fietsen uit de winkel, maar zelfgemaakte fietsen. Mijn vader kocht een frame, wat wielen en spaken en zette alles in elkaar.” Pas in 1967 werd het gebouw omgebouwd tot de grotere garage en opslagruimte die het nu is, inclusief een benzinestation. Tot die tijd is de ruimte eigenlijk alleen maar de standplaats van de taxi waar Franse voor de kost rijdt en altijd aan sleutelt. Zijn kinderen nemen het bedrijf over en creëren al snel hun eigen klantenkring. Moeilijk? Hans: ‘Nee, helemaal niet. We zitten natuurlijk op een unieke plek, iedereen komt hier langs op weg naar werk of school, iedereen ziet ons. Onze opdrachtgevers zijn vooral mensen uit de buurt, maar ook van daarbuiten. Als ze bewegen, blijven ze komen. En we hebben zelfs kinderen en kleinkinderen van voormalige opdrachtgevers die zeggen: ja, mijn vader of opa zei dat we naar jou moesten komen.’

Mysterieus
Is het niet altijd lastig om zo’n bedrijf midden in het Oosten te hebben als het om parkeren gaat? “Ja, echt onmogelijk”, zegt Rinus lachend. En Monique vult aan: “Ondanks onze twee extra parkeervergunningen zijn we soms meer bezorgd over waar we welke auto moeten parkeren dan over het repareren ervan.” Ze hebben altijd hard gewerkt, zeven dagen per week, van 07.00 uur tot 23.00 uur. En soms werkten ze de hele nacht door als er een auto op tijd klaar moest zijn.

Monique werkt ‘slechts’ twintig jaar bij het garagebedrijf; in feite volgde hij zijn moeder op toen ze de vastgoedsector beu was. Zijn werk? Er zijn geen reparaties, alleen het runnen van de winkel, het bedienen van het benzinestation, het vervangen van lichten, het oppompen van banden, het bijvullen van olie, wat dan ook. “Ik weet welke auto van negen van de tien klanten is die hier komen.” Dat leest de familie ook in de reacties: dat de persoonlijke behandeling hen zo bijzonder maakt. Als dank kregen ze onlangs zelfs een taartje met een foto van de garage.

De buurt zal het bedrijf missen. En zijzelf? Hans: ‘Ja, de omgang met klanten natuurlijk, maar het geeft ook rust. Ik ga vaker schietlessen geven en ik hou van vissen.’ Monique gaat op zoek naar een andere baan, maar ze weet nog niet welke. En Rinus? ‘Wij gaan verhuizen naar Middenbeemster, daar ga ik ook heerlijk vissen!’

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *