close
close

De strijd tegen afval | oost-online.amsterdam

De strijd tegen afval |  oost-online.amsterdam

teksten en foto’s Juan Prop, Anita Boelsums, Hella uit Groot, Ank Engel

Konten en poepluiers

Loes Diephuis is afvalverzamelaar in de Tugelatuin aan de Tugelaweg

Loes Diephuis: ‘De Tugelatuin is een gemeenschapstuin aan de Tugelaweg. Buurtbewoners kunnen er tuinieren of gewoon aan een grote tafel zitten en met elkaar kletsen. Ik woon niet verder dan 50 meter verderop, maar sinds de lockdown kom ik er alleen nog maar regelmatig. Een aantal dames die bezig waren met het onderhouden van de tuin vroegen mij of ik wilde helpen. Maar ik hou helemaal niet van tuinieren, dus werd mijn werk het verzamelen van vuil en het legen van vuilnisbakken. In de winter is één keer per week voldoende, maar in de zomer is het raadzaam om dit om de twee dagen te doen. Er is van alles: blikjes, veel sigarettenpeuken, af en toe een gestolen en lege rugzak en zelfs luiers met poep. Soms is het vies werk, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de sociale contacten: Marokkaanse dames die groenten verbouwen, jongeren die een broodje eten in de zon, moeders met kleine kinderen en af ​​en toe een dakloze die belooft te helpen, maar nooit levert.”

Converteren gedoe

Loes Zwart is een van de adoptanten van de containers op de hoek Domselaerstraat/Woltera van Reestraat.

‘Natuurlijk kan ik nog steeds boos worden op mijn stadsgenoten die spullen gewoon naast de prullenbak zetten, ook al passen ze erin. Maar ik kan die ergernis ook omzetten in: gewoon opruimen. Ik hou van een schone en opgeruimde stad, en afval trekt afval aan”, zegt Loes Zwart. Zo’n vijf jaar geleden besloot hij containeradopnemer te worden: dit houdt in dat hij de groep containers voor het appartement netjes houdt en de rommel opruimt. als “En dat gebeurt helaas te vaak.” Hij kreeg van de gemeente een speciale sleutel om de glascontainer te openen als er glasplaten naast liggen. “Daar moet je voorzichtig mee zijn”, zegt hij hij liep een snee op die zo diep was dat hij naar de eerste hulp moest. ‘Soms zeggen ze tegen mij: daar zijn vuilnismannen voor! Wat absurd. Maar soms is het onmogelijk om tegen iedereen op te treden die verspilling. En geef het goede voorbeeld!’

zoveel kunststof

Phil Penn heeft zijn vuilnisman altijd bij zich als hij met zijn kinderen langs de Watergraafsmeer loopt.

Vijftien jaar lang was hij duikinstructeur in Aziatische landen als Thailand, Indonesië en Maleisië. De Brit Phil Penn zag met eigen ogen hoe de zeeën en oceanen steeds vervuilder raakten. “We vinden overal plastic”, zegt hij. ‘En we zagen steeds minder haaien, steeds meer kwallen en we zagen het koraal witter worden. We besloten mensen de kans te bieden om te gaan freediven als ze voldoende plastic uit de zee halen.’ Love nam Phil mee naar Amsterdam, waar hij Kung Fu-les geeft, maar nu is hij vooral fulltime vader van baby Billie en de vierjarige Marcel. ‘Ik loop vaak zo’n 5 à 6 uur per dag met Billie; Ze slaapt beter in de rijdende kinderwagen. En ik heb altijd mijn afvalverzamelaar bij me (die heb ik bij Blokker gekocht) en een zak waarin ik het afval bewaar. Als mijn zoon loopt, helpt het mij ook. Ik ben altijd verrast door de hoeveelheid plastic en ander afval dat mensen op straat gooien. Maar ik hoop dat mensen mijn voorbeeld volgen: draag zo’n stok als je gaat wandelen!’

Soms fladdert het

Wat zijn die enorme hoeveelheden aluminiumfolie? vraagt ​​Hella de Groot in de Transvaalbuurt.

Is het een probleem in de grote steden? Wanneer ik in Alkmaar of Zutphen ben, valt het mij op dat daar, in het centrum, weinig afval is. Hoe anders is het in Den Haag, in Rotterdam en zeker in Amsterdam. Een Zweedse inwoner van de Oosterparkbuurt vertelde mij dat hij van Amsterdam hield, maar dat hij het een vieze stad vond. Dus ging hij zelf, maar hij raapte afval op rond zijn huis… Ik raapte ook afval op in mijn straat. Het is behoorlijk meditatief en de opname is geweldig. Ik laat sigarettenpeuken rondslingeren; Het duurt mij te lang om ze met het pincet tussen de gewrichten te verwijderen; Ik por in blikjes – die ik eerst ondersteboven houd zodat de vloeistof eruit komt -, plastic flessen, strengen engelenhaar die achter losse kasseien wapperen, onthoofde barbiepoppen, snoeppapiertjes, glasscherven, flessendoppen, onbepaalde dingen die erin hebben gezeten, op of aan iets, tassen, stukjes papier, stokjes, stokjes. En wat zijn die ongelooflijke hoeveelheden glanzende aluminiumfolie?

Als vrijwillig knijper ervaar ik voldoening, verrassing en ergernis. Ook over het feit dat er in mijn buurt geen gemeentelijke vaccins zijn. Ik hoorde dat er een personeelstekort is. En bovendien een onmogelijke opgave.

Terwijl ik rondsnuffel, zie ik een vrouw twee kleine stokbroden naast een vuilnisbak neerleggen (niet weggooien). ‘Hé, er is hier sprake van een rattenplaag,’ zeg ik. ‘Ratten moeten ook leven,’ roept hij zonder achterom te kijken. En toch zijn het even later de duiven die aanvallen.

Vrijwilliger in Amsteldorp

Trudy Kreuger (l) in overleg. Ze gelooft dat meer aandacht voor elkaar kan leiden tot minder afval.

Trudy Kreuger woont sinds 1982 in Amsteldorp. Sindsdien is er veel veranderd. Vroeger was het schoner. Nu is er nog veel meer afval. Bewoners vertelden ook anders: ‘Moderne communicatiemiddelen hebben het onderlinge contact niet verbeterd. De stad zou leefbaarder zijn als ze meer aandacht voor elkaar hadden. Wat kunnen bewoners doen om elkaar beter te leren kennen en elkaar te helpen? Trudy, die al 16 jaar vrijwilligerswerk doet, stelt de vragen. Ze beantwoordt ze ook: ‘Bewoners moeten zich meer afvragen wat ze voor de stad kunnen betekenen. Vrijwilligerswerk, zoals het opruimen van afval en het opknappen van tuinen, geeft voldoening en een gevoel van participatie en bestaansrecht. Ook moet de gemeente meer luisteren naar inwoners. Voorheen werd het grofvuil één keer per week opgehaald. Nu ligt er overal afval. En waarom die grote afvalcontainers, die zonder overleg geplaatst zijn?

Het opruimen van de zolder in de zomer kan tot verrassende straatbeelden leiden

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *