close
close

Door boa’s religieuze kleding te laten dragen, neemt het progressieve populisme definitief de macht over

Mark van Ostaijen

Laten we het over Amsterdam hebben. Want ondanks het gevaar van het bespreken van een van de banaalste onderwerpen uit de geschiedenis, moet ik het hebben over het besluit van burgemeester Femke Halsema om speciale opsporingsagenten (boa’s) in Amsterdam religieuze kleding te laten dragen.

Eerlijk gezegd is het de vraag of ik het hier bespreek. Allereerst is het niets nieuws: dit debat woedt al tientallen jaren in Nederland. Ten tweede is het niet nieuw, aangezien Amsterdam samenvalt met de praktijken van Arnhem, Utrecht en Tilburg. En ten derde is de effectiviteit twijfelachtig: in sommige gevallen is er maar een handjevol bedienden bij betrokken. Deze kwestie verdient echter onze volledige aandacht. Want voor één keer is het geen serieus probleem (een crisis!).

Nee, dit is een punt van ideologische twist. En dan komen er meestal een aantal essentiële dingen naar boven.

Over de auteur
Mark van Ostaijen is bestuurssocioloog aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Schrijf eens in de twee weken een column. door Volkskrant. Columnisten zijn vrij om hun mening te uiten en hoeven zich niet aan journalistieke regels van objectiviteit te houden. Lees hier onze richtlijnen.

Het Amsterdamse besluit wordt ideologisch beargumenteerd op basis van een mengeling van multiculturalisme (representativiteit) en pragmatisme (personeelstekort). Het wordt voorgesteld omdat “anders talent verloren dreigt te gaan.” Verder wil Amsterdam, net als andere gemeenten, een ‘inclusieve organisatie’ zijn die een ‘representatieve afspiegeling’ moet vormen van de samenleving.

Amsterdam sluit zich daarmee aan bij de gemeente Arnhem, omdat deze garandeert dat een executeur-testamentair geen religieuze uitingen met zijn uniform hoeft te verbergen. Zo hoeft een Arnhemse executeur tijdens zijn werkzaamheden geen afscheid te nemen van iets dat bij zijn identiteit hoort”, zegt burgemeester Ahmed Marcouch.

Of zoals Johan van Renswoude, antiracismecoördinator politie, in NRC verklaarde: ‘Het past beter bij de tijd omdat het diversiteit toelaat, zelfs qua uiterlijk. “Zo communiceer je als politieorganisatie heel goed dat je van iedereen en voor iedereen bent.” Zelfs de redactie van De Volkskrant in dezelfde lijn, waarin zelfs wordt gesteld dat “een politieagent die een hoofddoek draagt ​​een emanciperende en normaliserende werking kan hebben.”

Laten we de vorige paragraaf even laten bezinken. Alleen dan kunnen we begrijpen waarom de PVV zo extreem hoog scoort in de enquêtes. Omdat het enige dat “een gesluierde politieagent” zal emanciperen een grotere normalisering van radicaal-rechts zal zijn. Het bovenstaande is niets minder dan progressief populisme en getuigt van geen besef van de positie van ambtenaren ten aanzien van de rechtsstaat.

Houd er rekening mee dat defensieagenten, politie en speciale onderzoekers deel uitmaken van de uitvoerende macht. Een deel van de staat. Een instelling met een monopolie op het zwaard (geweld) en een monopolie op diefstal (belastingen). En een van de belangrijkste taken van die staat (inclusief de gemeenten) is het beschermen van minderheden. Het helpt dus niet om je te identificeren met het specificisme van een specifieke minderheid.

Het idee van een uniform is vrij letterlijk: de staat maakt een uniform en staat je als handhaver toe een uniform te dragen. Niet voor niets werken politieagenten en boa’s vaak in ‘eenheden’. De staat vertegenwoordigt eenheid, juist tegenover sociale verschillen. Niet om die sociale verschillen teniet te doen, maar om die sociale verschillen te monitoren, te beschermen en zelfs mogelijk te maken.

Bovendien kan de uitvoerende macht geen ‘weerspiegeling van de samenleving’ zijn, omdat haar bestaansrecht erin bestaat een deel van die samenleving te bestrijden. Daarmee zou ze tegen zichzelf vechten. Daarom is zelfs meer afstand dan nabijheid wenselijk. Er is geen plaats voor de ‘persoonlijke identiteit’ van degenen die als soldaat, politieagent of boa het onpersoonlijke monopolie van de staat op geweld aan hun riem hebben hangen.

De staat dient, zoals het werk van bestuurskundige Paul Frissen leert, geen enkele persoonlijke of private minderheidsmening over het goede leven. eer bewijzen aan. Niet omdat ik het niet leuk vind, maar omdat het anders een van zijn belangrijkste taken fundamenteel zou ondermijnen: de bescherming van minderheden.

Ironisch genoeg doet Richard Gerrits, voorzitter van de vakbond BOA-ACP, de mogelijkheid dat zijn collega’s religieuze kleding dragen af ​​als ‘populistische politiek’, omdat ‘onze informatie is dat dit eenvoudigweg niet van toepassing is binnen de organisatie.’ Gerrits heeft gelijk. Populisten bieden oplossingen voor problemen die niet bestaan. Populisten zetten mensen tegen elkaar op. En populisten vinden goedkope oplossingen voor complexe problemen. Het is duidelijk dat het progressieve populisme definitief aan de macht is in Amsterdam en Arnhem.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *