close
close

“Natuurlijk zijn er hier mensen die je graag zou willen wurgen.”

“Natuurlijk zijn er hier mensen die je graag zou willen wurgen.”

Dankzij de inkomsten uit Koefnoen Paul Groot woont nu op de Prinsengracht. Maar het behoort niet tot de grachtengordel. “Ik stam af van gewone mensen, mijn vader was slager.”

Robert Vuijsje

Paul Groot wilde elkaar ontmoeten in het Rijksmuseum. Bij gebrek aan een eigen exterieur maakt het hier in de zomer gebruik van de tuin. Het is niet de drukke buurt waar iedereen zit, pal aan het Museumplein. “In dat andere deel is het rustiger. Daar lees en luister ik podcasts. Of ik leer teksten uit mijn hoofd.”

Dat huis zonder buitenkant is een huis van één verdieping aan de Prinsengracht, vlakbij het Museumplein. “Ik voel me bevoorrecht. Dankzij Koefnoen Ik heb het kunnen kopen. Het was een succesvol programma dat dertien jaar duurde. “Dat genereerde inkomsten.”

Hoor jij thuis in de grachtengordel?

“Nee. Ik kom uit gewone mensen, mijn vader was slager. Ik ben ook normaal, ik leef niet met oogkleppen op. Natuurlijk zijn er hier mensen die ik graag zou willen wurgen. Maar behandel ze allemaal over dezelfde kam.” is voor mij te simplistisch, Through the Golden Curve.”

De vader van Paul Groot had eerst een slagerij en werkte daarna bij de keuringsdienst die slagerijen keurde. Dit leidde tot verhuizingen van Hilversum naar Utrecht en uiteindelijk naar Uithoorn. «50 minuten met de bus vanuit Amsterdam. We gingen naar school Dr. Jivago in Tuschinski en de Anne Frank Stichting.”

“Ik voelde me niet meteen op mijn gemak, ook niet toen ik hierheen verhuisde. Het was een stad met een grote mond. Intimiderend. Als kind was ik altijd bezig met het schrijven van sketches en acteren. Een auditie voor een commercial: ik was erbij. Maar ik had niet de moed om naar de toneelschool te gaan.”

“Een vriend van mij, die ik erg leuk vond, was daar afgewezen. Als ze haar niet wilden, wat moesten ze dan met mij doen? Ik ging theaterwetenschappen studeren aan de UvA, wat het dichtst in de buurt kwam. Alles is hier in Amsterdam, ik heb er nooit aan gedacht om naar een andere stad te gaan.”

Groot nam een ​​paar omwegen om te komen waar hij wilde zijn: op het podium. En televisie. Eerst met imitaties in het cabaret kopspijkers vervolgens van 2004 tot 2016 Koefnoenwaar hij een duo vormde met Owen Schumacher.

Vanaf eind februari zit Groot weer in de musical, met Simone Kleinsma. De hospita of de eigenaar in het DeLaMar Theater. “Simone speelt een oudere tijdschriftster die geld nodig heeft en jonge theaterstudenten in huis neemt. Dit is een botsing van generaties. Simone speelt Madeleine, die wordt losgerukt uit haar stagnerende bestaan.”

‘Ik ben Kimono, je kostuumontwerper. We houden allebei te veel vast aan het verleden en oude successen. Het speelt zich af in een pand aan de Prinsengracht, waar ik ook woon. Ik herken de afbeelding op de poster gewoon niet. Het lijkt meer op het huis uit de film. Psychopaatdat is gebaseerd op een schilderij van Edward Hopper.”

De kimono is homo. Maakt het uit of een personage hetero of homo is?

“Het is eigenlijk gemakkelijker voor mij om correct te spelen, ik ben er de hele dag mee bezig. Het is niet zo dichtbij. En als ze intieme scènes speelt, hoeft de actrice zich geen zorgen te maken dat ik emotioneel word; er is geen behoefte aan een intimiteitscoördinator.”

“Bij een homorol is het de vraag hoe extravagant je die speelt. In De hospita of de eigenaar Er zijn veel tegenkleuren die hem tot een echt karakter maken. Het stuk draait sinds vorig jaar, maar we blijven er extra diepgang aan toevoegen. Pauzeren voordat je iets zegt of iemand op het podium aanraakt of aankijkt. Als je langer speelt, leer je jezelf ook beter kennen.”

Is Amsterdam veranderd als homostad?

“Het is minder vrij geworden. Ik woon hier al 34 jaar. Zelfs in het begin voelde ik me niet veilig als ik hand in hand over straat liep. Nu zet je dat volledig uit je hoofd. Als ik een vriend meeneem naar de tram en hem een ​​kus geef, denk je nog steeds: hij moet alleen gaan en ik ook, is dat gevaarlijk?”

“Dit is zo oud als de weg naar Rome. Ik las in de biografie van Hans van Manen dat dit al in de jaren vijftig gebeurde. In die tijd was het verdacht om een ​​zonnebril te dragen in de tram, dan was je een flikker. Hoe zie ik nu het gevaar? ‘Ze bellen je.’

“En wat mij opvalt als twee mannen hand in hand voor mij op straat lopen: als heterokoppels op deze mannen aflopen, hebben ze in eerste instantie een neutraal gezicht, ze reageren niet. Pas als ze langs die mannen lopen zie ik hun reactie, dan trekken ze een vies gezicht. Het is overal ter wereld dat we in een heteroseksuele samenleving leven.”

Wat is het mooiste theater van Amsterdam?

“Toch, Carré, heel standaard. Ik heb daar een paar jaar geleden op gespeeld. spam-batch, de Monty Python-musical. Dit weekend hebben we een matinee gedaan en ‘s avonds nog een optreden. Tussendoor aten we daar op het dak, vlakbij die letters. Het uitzicht was onvergetelijk.”

Is het publiek in Amsterdam anders dan de rest van Nederland?

“Ze zijn kritischer, verwachtingsvoller. Er zijn veel collega’s in de kamer, ik ben altijd zenuwachtig. In De hospita of de eigenaar Simone speelt een reactionaire man, met conservatieve opvattingen. Er wordt opgemerkt dat sommige delen van het land rechts zijn en andere meer links. In de rechtse sectoren lachen ze, of beginnen ze deze onjuiste opmerkingen toe te juichen. Je merkte het in Rotterdam en Schiedam.”

Je hebt lange tijd bij de NGO gewerkt.

“O ja, die vraag. Van Koefnoen Wij bevonden ons in de luxe situatie dat we maar één of twee keer per jaar naar Hilversum hoefden te gaan om achteraf te bespreken hoe het ging. Het enige wat mij opviel was dat er een rock-‘n-roll-sfeer rond de tv hing. Een man die zich ongepast gedroeg was een flirt, een stoute jongen. “Er is nog nooit zo kritisch mee omgegaan.”

“Bij Koefnoen We hadden een producer, Irene van den Brekel, die altijd heel streng was. Nu doet hij het Lubach-programma. Ik herinner me dat er tijdens de productie een man bij de figuranten was. Het moest onmiddellijk verdwijnen.”

Koefnoen in 2016 stopte het. Wat is er veranderd?

“Destijds gingen we ervan uit dat je als satiricus met iedereen de maat kon nemen. En dat je tegen iedereen kunt spelen. Owen en ik speelden Churandy Martina en Erica Terpstra in een sketch. Hij met zijn zwart geverfd gezicht en een gouden tand, ik in een dik pak. Nu kun je dat niet meer doen. We wisten niet dat jezelf zwart schilderen een twijfelachtige traditie is. Tegenwoordig zijn goede bedoelingen niet meer voldoende.”

“Ik vind dat iedereen alle personages moet kunnen spelen. Een paar weken geleden ging ik naar de musical in Londen. Operatie Gehakt. Vijf acteurs speelden alle rollen. Een man met een baard speelde een sexy meisje. “Ik denk dat we nu te veel in een dwangbuis zitten en ik denk dat we in de toekomst weer vrijer zullen zijn.”

Het was moeilijk om door te werken na het grote succes van Koefnoen?

“In de zomer van 2016 werd mijn moeder ziek. Hij kreeg de diagnose alvleesklierkanker en stierf zeven weken later. Gedurende die weken moest ik gewoon Koefnoen blijven maken. Toen kwam het bericht van het station dat ze wilden stoppen. Ik dacht: dat kan er ook nog bij.”

“Het was een prachtige speeltuin waar we ons dertien jaar lang konden vermaken. Het feit dat hij stopte stond niet in verhouding tot het verlies van mijn moeder. We verdienden al zes maanden per jaar. Koefnoen. De overige zes maanden was ik in het theater. Daar ben ik mee doorgegaan.”

Paul Groot (Hilversum, 1967) is acteur. Van De hospita of de eigenaar Hij speelt door heel Nederland, vanaf 28 februari in DeLaMar.


De stad van… Paul Groot

Echt Amsterdams
“Gay Pride passeert mijn huis aan de Prinsengracht en ik zwaai vanaf mijn balkonnetje.”

Accent
“Ik hoop accentloos te spreken, maar ik ben bang dat er soms een vleugje Amsterdam in zit.”

Gentrificatie
“Ik hou ervan als het nog ouderwets is, en niet te overdreven.”

Huren of kopen
‘Koop. Dat is mijn pensioen.’

Materie
“Het zou vreemd zijn als het na bijna 35 jaar Amsterdam nog steeds geen bestaansrecht heeft verworven. Je moet die jaren hebben om spreekrecht te hebben. “Mensen moeten na twee jaar Amsterdam niet klagen over lawaai uit de Westertoren.”

null Afbeelding Erik Smits

Afbeelding Erik Smits

Amsterdammers klagen graag over de snelle veranderingen in de stad, maar willen er toch graag blijven wonen. Hoe werkt dat? vraagt ​​schrijver Robert Vuijsje (Gewoon fatsoenlijke mensen, maak de wereld een betere plek.) vindt plaats in een reeks wekelijkse interviews met bekende en minder bekende Amsterdammers. Lees hier alle afleveringen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *