Aanbevelingen over de locatie van het Nationaal Slavernijmuseum

Na anderhalf jaar onderzoek kwam een ​​burgemeesterscommissie uiteindelijk tot een uitspraak: op het eiland Java in Amsterdam moest het Nationaal Slavernijmuseum gebouwd worden. Dit bericht NOS.

De commissie bestaat uit voormalig PvdA-Kamerlid John Leerdam, museumdirecteur Peggy Brandon en David Brandwagt, directeur ruimtelijke ordening van de gemeente Amsterdam. Ze lazen, spraken met verschillende gemeenschappen en instellingen en gaven inmiddels advies.

Het idee is dat het Nationaal Slavernijmuseum een ​​gebouw wordt van ongeveer 9.000 vierkante meter en uit drie of vier verdiepingen zal bestaan. Het gebouw “doet recht aan zijn bijzondere inhoud, in architectuur, uitstraling, materiaal, vorm en omgeving.”

Het initiatief om een ​​museum over de slavernij te creëren kwam van Simion Blom, destijds GroenLinks-raadslid in de Amsterdamse gemeenteraad. In Marginale opmerking zei in januari 2018:

‘Sinds 2015 bestaat er in de Verenigde Staten een museum over de Afro-Amerikaanse geschiedenis, het National Museum of African American History and Culture. In Londen zijn er de Black Cultural Archives en in Liverpool het International Slavery Museum. Ik dacht: zoiets moet Amsterdam ook hebben. Als gemeente hebben we weinig invloed op de inhoud van het onderwijs, maar een museum als dit is een prima plek om aan educatie te doen.’

Op 30 juni 2017 presenteerde Blom samen met zijn collega-SP- en PvdA-raadsleden een voorstel. Het college van burgemeester en wethouders besloot eerst een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren. Vervolgens moesten we kijken waar het museum gevestigd moest worden, op basis van het onderzoek dat John Leerdam had gedaan. De verwachting is dat het museum pas in 2030 open gaat.