‘Bouw het Nationaal Slavernijmuseum op Java in Amsterdam’

Het Nationaal Slavernijmuseum zou zich op de kop van het eiland Java in Amsterdam moeten vestigen en ‘een compleet beeld moeten geven van het verleden van de Nederlandse koloniale slavernij’. Dat is het advies van een commissie die plannen heeft opgesteld voor het nieuwe museum.

In de commissie zitten voormalig PvdA-Kamerlid John Leerdam, museumdirecteur Peggy Brandon en David Brandwagt, directeur van de gemeente Amsterdam op het gebied van ruimtelijke (bouw)projecten. Om advies te krijgen, deden deze zogenaamde pioniers onderzoek, hielden engagementmeetings en spraken met verschillende gemeenschappen, organisaties, culturele instituten en kennisinstituten.

Nu het advies er is, kan het worden uitgewerkt, waarna een reactie wordt gegeven door de gemeente Amsterdam en het kabinet en wordt aangeboden aan de gemeente Amsterdam. Het gebouw moet ongeveer 9.000 vierkante meter beslaan en 3 of 4 verdiepingen tellen. Het moet ‘recht doen aan zijn bijzondere inhoud, in architectuur, uitstraling, materiaal, vorm en setting’. Scouts hopen dat het museum in 2029 of 2030 opengaat.

De kop van het eiland Java wordt genoemd als ‘een waardige en vooraanstaande plaats aan voortdurend stromend water’. Bovendien is het een goed bereikbare locatie die voldoende ruimte biedt, aldus de gemeente. Het was al bekend dat het museum in Amsterdam zou worden gevestigd. Afgelopen oktober verklaarde Leerdam in het NOS radioprogramma Nieuws en bedrijf dat naast het eiland Java ook het Marineterrein en het Nelson Mandelapark in Amsterdam Zuidoost serieus werden overwogen.

De commissie adviseert nu de bouw van een nieuw museum op de kop van het eiland Java. De transatlantische geschiedenis van de slavernij moet centraal staan.

Volgens de commissie kan dit verhaal verteld worden door verschillende tijdperken heen, waarbij verhalen en thema’s genoemd worden in engagement meetings. “Verhalen over kracht, verzet, onderdrukking en pijn, maar ook over vieringen en cultuuruitingen.” Volgens de commissie moet het gebouw ook een kindermuseum huisvesten, evenals een kenniscentrum “waar mensen hun familiegeschiedenis kunnen onderzoeken en onderdeel kunnen maken van het museum.”