close
close

Milieurechtdeskundige: ‘Utrecht kan de verkoop van tabak beperken’

Milieurechtdeskundige: ‘Utrecht kan de verkoop van tabak beperken’

Oud-ambtenaar en milieurechtdeskundige Arie den Breejen stelt in een brief aan de gemeenteraad van Utrecht dat de gemeente de verkoop van tabak kan beperken om kinderen te beschermen.

Door webredacteuren

“Je hebt naar mijn mening het recht, en in het geval van minderjarigen zelfs de plicht, om de verkoop van tabak verder te beperken”, schrijft milieurechtdeskundige Arie den Breejen in een brief gericht aan de gemeente Utrecht. Met zijn brief reageert hij op het bericht dat de gemeente het tijdelijke verbod op de vestiging van tabaksspeciaalzaken heeft ingetrokken. Dat deed Utrecht nadat bleek dat een zakenman met hulp van brancheorganisatie NSO op schaamteloze wijze het verbod had getrotseerd en een tabakswinkel aan de Twijnstraat had geopend.

Den Breejen werkte jarenlang als ambtenaar gespecialiseerd in het omgevingsrecht bij het Rijk en de provincies. Sinds 2009 is hij tevens hoofdredacteur. krantengeluid, een gespecialiseerd tijdschrift over het beleid en de juridische behandeling van geluidsoverlast en publicist, in het bijzonder, over normen voor alle soorten veiligheids-, gezondheids- en milieuproblemen. Door zijn werkzaamheden, deels als ambtenaar en deels op persoonlijke titel, zijn onder meer normen ontwikkeld voor dodehoekspiegels op vrachtwagens en voor het ontgassen (ontgassen) van vaak kankerverwekkende stoffen uit het interieur van schepen.

Het omgevingsrecht biedt mogelijkheden

In zijn brief aan de gemeenteraad, die Den Breejen op zijn LinkedIn-pagina publiceerde en waarvan een kopie is gestuurd naar wethouder Eelco Eerenberg (Ruimtelijke Ordening, Volksgezondheid, D66), noemt hij de argumenten waarom de gemeente de mogelijkheid zou moeten hebben om te sluiten. Tabakswinkels moeten wegblijven.

De nieuwe Omgevingswet, die sinds 1 januari alle bestaande regelgeving op dit gebied samenbrengt in één wet, biedt daarvoor het aanknopingspunt, zegt Den Breejen. “De Omgevingswet streeft onder meer naar een evenwichtige verdeling van een functie (bijvoorbeeld een tabaksspeciaalzaak) aan een locatie. In het kader van die opdracht moet in ieder geval rekening gehouden worden met het belang van gezondheid.”

Den Breejen trekt de vergelijking met de constructie van tolerantie rond cafés en de bepalingen van de Alcoholwet en betoogt dat gemeenten de bevoegdheid hebben om eisen te stellen aan plaatsen waar leveranciers van producten zijn gevestigd die de gezondheid kunnen schaden. In het geval van cafetaria’s heeft de Raad van State ook aangegeven dat er afstandseisen kunnen worden gesteld ten aanzien van bijvoorbeeld scholen, met als doel ‘de zichtbaarheid van een cafetaria voor schoolkinderen te verminderen’.

Ook kan gebruik worden gemaakt van het gemeenterecht.

Volgens Den Breejen biedt de Gemeentewet ook houvast, met name omdat deze de gemeente de bevoegdheid geeft om “alle regels vast te stellen die zij in het belang van de gemeente nodig acht”. Om deze reden geeft de gemeente Utrecht bijvoorbeeld voorrang aan markthandelaren die maatschappelijk verantwoord ondernemen en die “ook zorg dragen voor de gezondheid van mensen en hun kinderen”, aldus de auteur van de brief.

Ten slotte kijkt Den Breejen naar de Europese Dienstenrichtlijn, die volgens de regering ernstige procedurele obstakels vormt voor bredere nationale beperkingen op de verkoop van tabak. Den Breejen relativeert deze obstakels. Onder bepaalde voorwaarden zijn beperkingen op diensten toegestaan, zoals een toestemmingssysteem of bijvoorbeeld locatiebeperkingen. Daar moeten dwingende redenen voor zijn, zoals “volksgezondheid, consumentenbescherming en het stedelijk milieu, inclusief stedelijke ruimtelijke ordening.”

Kinderrechten komen op de eerste plaats

Maar, zo stelt De Breejen, de Dienstenrichtlijn is niet van toepassing op fundamentele rechten zoals het Verdrag inzake de Rechten van het Kind. “Volgens het Verdrag inzake de Rechten van het Kind erkent ons land het recht van het kind op het hoogst mogelijke niveau van gezondheid. In ons land moeten alle effectieve en passende maatregelen worden genomen ‘om traditionele praktijken af ​​te schaffen’ die schadelijk zijn voor de gezondheid van kinderen.”

Op basis van deze argumenten concludeert Den Breejen dat Utrecht, maar ook andere gemeenten, de verkoop van tabak kunnen beperken om de gezondheid van minderjarigen te beschermen.

tags: preventie van roken | OSN | verkoop van tabak | Dienstenrichtlijn | Milieurecht | gemakswinkels | tabaksspeciaalzaak | supermarkt | verkoopverbod | licentiesysteem

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *