Einde langdurige discussie: Schiphol mag de tarieven met 37 procent verhogen

De zaak was aangespannen door Air France KLM en EasyJet en werd ondersteund door luchtvaartkoepelorganisatie IATA. En het draait om tariefverhogingen van gemiddeld 9 procent in 2022, 12 procent in 2023 en 12 procent in 2024. Dit maakt de sector erg boos.

Volgens Schiphol waren deze stijgingen van gemiddeld 37 procent nodig om de kostenstijging als gevolg van de coronacrisis op te vangen. Dit zijn vergoedingen die luchtvaartmaatschappijen betalen om van en naar een luchthaven te vliegen.

Significante stijging

De tariefverhogingen zijn “zeer fors”, aldus het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), het hoogste rechtsorgaan voor bedrijven in ons land. Maar ze zijn niet in strijd met de regels voor dit soort tarieven, die zijn vastgelegd in de Luchtvaartwet.

Deze regels zijn bedoeld om te voorkomen dat Schiphol misbruik maakt van haar machtspositie. Het bedrijf, volledig in handen van de overheid, is niet alleen eigenaar van de grootste gelijknamige luchthaven, maar ook van de andere twee belangrijkste luchthavens van ons land: die bij Eindhoven en Rotterdam.

Geen machtsmisbruik

In Nederland regeert Schiphol praktisch en kan de prijzen de hemel in drijven, zo luidt kort gezegd de theorie van de sector. Maar volgens de ACM is er geen sprake van dit soort machtsmisbruik. En het BCb is het met de toezichthouder eens. Uit onderzoek naar tarieven op concurrerende en vergelijkbare luchthavens blijkt dat Schiphol “geen luchthaven lijkt te zijn die veel hogere tarieven rekent dan andere.”

Het feit dat de tariefverhogingen de enorme verliezen voor de bedrijven hebben vergroot, maakt voor de rechters geen verschil. Uit de uitspraak blijkt dat Schiphol niet alle verliezen heeft doorberekend aan haar opdrachtgevers, de luchtvaartmaatschappijen. Volgens de ACM gaat het om 100 miljoen euro minder dan wat de regelgeving zou moeten toestaan.