De Partij voor de Dieren wil de ‘datahonger’ van de gemeente een halt toeroepen

De Partij voor de Dieren van Den Haag wil de ‘datahonger’ van de gemeente een halt toeroepen. Partijvoorzitter Robin Smit reageert op verschillende recente incidenten. “Er wordt vooral rekening gehouden met de toegevoegde waarde van de data. Er is nog nooit een goed gesprek geweest over hoe ver de gemeente bereid is te gaan ten koste van de privacy van bewoners.”

De Partij voor de Dieren Den Haag heeft al zorgen geuit over de manier waarop de gemeente omgaat met data en technologie. Zo riep de partij op tot een debat over de privacyrisico’s die voortvloeien uit het gebruik van drones bij bouwinspecties. Na het datalek bij 2.600 kinderen vindt de partij het tijd om te debatteren over nut en noodzaak van het verzamelen en opslaan van data. Daarom stelt de fractie opnieuw vragen aan de raad. Smit: “Het recente datalek laat zien dat er een ongeval op de loer ligt. De vraag is nu in hoeverre het echt nodig is om alle gegevens die de gemeente verzamelt te verkrijgen en op te slaan.”

De Partij voor de Dieren van Den Haag is niet de enige die deze kwestie aan de orde stelt. In 2022 waarschuwde de Autoriteit Persoonsgegevens al dat de overheid de risico’s van dataverzameling onderschat. De Europese Commissie heeft deze week ook gewezen op de risico’s van ontoereikende gegevensbeveiliging. Smit: “Data die je niet hebt, mogen niet op straat belanden. Dat betekent dat we niet eerst data hoeven te verzamelen en dan kijken of we er iets mee kunnen doen.”