close
close

Parkeervergunningen worden niet met terugwerkende kracht toegepast, boetes zijn gerechtvaardigd

Parkeervergunningen worden niet met terugwerkende kracht toegepast, boetes zijn gerechtvaardigd

De automobilist kreeg op 19 juli 2023 om 23.15 uur en op 21 juli 2023 om 09.17 uur een boete, maar ging daar niet mee akkoord. Volgens hem beschikte hij op 1 juli al over een parkeervergunning. Hij betaalde de maanden op 23 juli. Van juli tot en met oktober 2023 en volgens hem was het een vast beleid dat vergunninghouders altijd voor een volledige maand betalen.

De rechter stelt dat als het gaat om parkeren in Amsterdam er sprake is van een a-belasting en een b-belasting. Simpel gezegd wordt belasting a per uur betaald en belasting b betaald voor een parkeervergunning, simpelweg de parkeervergunning. De Hoge Raad oordeelde eerder al dat als een parkeerder parkeert met een vergunning waarvoor de B-belasting is betaald, de A-belasting niet nodig is.

“De rechtbank interpreteert het standpunt van eiser zodanig dat hij stelt dat hij de b-belasting met terugwerkende kracht heeft betaald en dus de a-belasting niet verschuldigd is”, schrijft de rechtbank in de uitspraak. “De rechtbank is het op dit punt niet met verzoeker eens. De parkeervergunning treedt immers pas in werking als aan de voorwaarden, waaronder de betaling, is voldaan. Dit betekent dat de parkeervergunning van eiseres pas geldig was op 24 juli 2023.”

Het beroep faalt dus en de automobilist moet de boetes alsnog betalen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *