close
close

Gezicht op Utrecht – #194 | Nieuws030

Gezicht op Utrecht – #194 |  Nieuws030

Deze momentopname is gemaakt: Zaterdag 23 maart 2024, 11:09 uur

Waar? Havikstraat in Vogelenbuurt

Door: Doete Regts

Omdat? Naar Havikstraat 37 Deze ochtend was een mooie hindernis voor de Jood Ludwig Ferdinand Simon (1918-1944). Het is steen nummer 194 van onze stad.

Initiatiefnemer van deze presentatie was filmmaker en redacteur Noël van Rens. Van Rens is betrokken bij de organisatie ‘After the War’, die babyboomers opleidt tot gastsprekers op scholen en openbare bijeenkomsten.

Foto: DR

Fernando’s zoon, Martín Simón, hield een indrukwekkende toespraak. Hij werd geboren in Westerbork en werd geboren in Theresienstadt. Zijn moeder, Stella Simon-Moses, en broer overleefden de kampen.

Ik heb mijn vader nooit gekend.
Mijn vader kende mij ook niet

Mijn moeder was zeven maanden zwanger toen ze op de trein van Theresienstadt naar Auschwitz moest stappen. Daar werd een 26-jarige jongeman vermoord.

Mijn vader heeft mijn oudere broer ongeveer twee jaar (beperkt) gezien in kamp Westerbork.

Mijn moeder en broer leefden hun hele leven met de angsten en verschrikkingen van de oorlog.

Persoonlijk heb ik geen herinneringen aan die tijd. Gewoon beelden van de angst, wanhoop en het verlangen van mijn moeder naar mijn vader, waardoor ik een ideaalbeeld van mijn vader in mij kreeg.

Ik groeide op met een niet bestaande ideale vader, die mijn leven bepaalde. Het werd een referentie, want zonder correctie van de werkelijkheid, ondersteund door mijn moeder.

Dit legde de lat voor mijn leven en dat van mijn broer erg hoog.

Mijn moeder kon niet over de oorlog praten, praten over mijn vader domineerde haar leven.

Tot nu toe wist ik niet dat mijn vader hier woonde.

Wat ik wel weet is dat hij tot 1933 in Frankfurt woonde, zijn familie een succesvol bedrijf had opgebouwd en hij met zijn moeder en broer zonder enige middelen het land moest verlaten naar Nederland.

Daar deed hij, direct nadat hij de basisschool in Duitsland had afgerond, alles wat hij kon om te overleven.

In Nederland verloofde hij zich met mijn moeder Stella en trouwde aan het begin van de oorlog.

Begin 1942 moesten ze onderduiken en na bijna een jaar werden ze voor 7,50 gulden verraden en naar Westerbork gestuurd.

Tijdens haar onderduik werd zij zwanger en mijn broer werd in Westerbork geboren.

Omdat mijn vader blijkbaar opviel tussen de duizenden gevangenen, vroeg de toen beroemde Harry Elte (architect), die eveneens verraden was en zich in Westerbork bevond, hem om hem te helpen met vier assistenten bij het ontwerpen van steden en luchthavens.

Dit betekende dat het (tijdelijk) was vrijgesteld van ‘transport’ naar het Oosten.

Mijn moeder en broer kregen de ‘garantie’ dat hij zijn relatieve vrijheden in kamp Westerbork niet zou misbruiken. Ook met mijn moeder en broer kon hij contact onderhouden.

Ik ben (denk ik) een van de weinige kinderen (of de enige?) die in Westerbork ‘gemaakt’ is.

Medio 1944 werden het “Harrie Elte-team”, evenals mijn moeder en broer Stephan, naar Theresienstadt gedeporteerd.

Na drie maanden Theresienstadt moest mijn vader in oktober 1944 naar Auschwitz. Het was een van de laatste transporten.

Ik ben op 23 december 1944 in Theresienstadt geboren en vanaf die datum hield mijn moeder een dagboek bij voor mijn vader.

Theresienstadt werd in april 1945 door de Russen bevrijd.

Ziek en uitgeput gingen mijn moeder en twee kinderen (2 jaar oud en een baby) op treinreis en ook liftend. Na drie maanden kwamen ze in Nederland aan.

Bijna niemand in de familie van mijn vader en moeder heeft de oorlog overleefd.

Martín Simón tijdens zijn toespraak (foto: DR)

Tot slot nog een bijzonder detail: Martin Simon woont inmiddels in een huis van architect Harry Elte.

(Jim Terlingen en Doete Regts)

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *