Snollebollekes verkiest Gelredome boven Philips Stadion: ‘Hier horen wij’

Maar dat gaat Eindhoven niet worden, zegt de Snollebollekes-zangeres. “Bij de Arena denken mensen aan De Toppers, bij Philips Stadion denken mensen aan Guus. Hij heeft zelfs de sleutel, dat geloof ik echt. Ik vind het eigenlijk maar goed dat Snollebollekes Gelredome is. Ik ga dus voorlopig niet verhuizen.”

Een groter stadion (35.000 in Eindhoven, 28.000 in Arnhem) of een mooi huis in Brabant zijn geen redenen om met Snollebollekes naar Eindhoven te verhuizen. “Het gaat niet om cijfers, het gaat om ervaring. Ik ben hier sinds 2019, ik heb een ster bij de ingang en een grote hang ik hier in de gang. Als ik na een jaar terugkom, heb ik het gevoel dat ik hier thuishoor.”

Dit weekend keren we terug naar de concerten. Zaterdagavond is het knallen en zondagmiddag doet Kemps het wat rustiger aan, dan is er het familieconcert. De concerten beginnen op een zeer verrassende manier. “We gaan dit jaar beginnen met klassiek ballet, met strijkers. Maar ik zal verder niets verklappen.”

Terwijl een vliegend podium wordt getest, de stadionlichten flikkeren en het boren doorgaat, kijkt Rob Kemps van Best trots naar zijn ‘concertzaal’.

“Ik zie een stadion in aanbouw. Dat maakt mij erg blij. “Ik kan zelf geen tent opzetten op de camping”, grapt Kemps. “Een week van tevoren beginnen ze hier met alleen maar zwarte koffers. Dus ik denk altijd: ‘Dan moet iemand de eerste koffer openmaken’. Wat is de eerste? “Ik denk dat het heel intelligent is hoe ze het zeggen.”

De feestzangeres leeft na al die jaren in een droom. “Ik doe dit al tien jaar. De eerste keer aan een pooltafel in de kroeg is bijzonder, de eerste keer bij 3 Uurkes Vurraf in Omroep Brabant is bijzonder. Maar als je dat kunt uitbreiden naar een show in een voetbalstadion, zou dat een droom zijn.”

Er is geen dieet of strikt regime voor de feestzanger om zich voor te bereiden op concerten. “Maar ik sport voor mijn kuiten. “Ik ben de enige zanger in Nederland voor wie het belangrijker is dat zijn kuiten stand houden dan zijn stembanden.”