De Jonge heeft alleen problemen met Zuid-Holland wat betreft de woningbouw

Zo kan De Jonge tegen de wens van de provincie bouwplaatsen aanwijzen. Ook kan het eisen dat Zuid-Holland niet 40 procent van de nieuwe woningen voor de sociale huur bouwt, maar juist de landelijk afgesproken 30 procent.

In het debat liet De Jonge duidelijk zijn onvrede over het provinciebestuur van Zuid-Holland blijken. Dit betekent onder meer dat op één uitzondering na geen bouwterreinen van 3 hectare of meer zijn toegestaan. ‘Ik kan er niet mee omgaan’, zei de minister. “Veel plekken die klaar zijn om gebouwd te worden, blijven ongebruikt.” In tijden van woningnood is het simpelweg niet mogelijk om ‘generiek nee’ te zeggen tegen geschikte locaties, zegt De Jonge.

Brief

Ook voor De Jonge is de afspraak in de gemeente Zuid-Holland dat 40 procent van de nieuwbouw bestemd moet worden voor sociale woningbouw onaanvaardbaar. “Ik wil niet dat de regels over de betaalbaarheid van woningen in Zuid-Nederland strenger worden dan in de rest van Nederland.” Veel bouwen voor de sociale sector ‘klinkt heel sociaal, maar dat is het niet’. Als bouwers hun projecten financieel niet kunnen voltooien, zal de bouw niet plaatsvinden. “We moeten realistische betaalbaarheidseisen stellen.”

Eind vorige week schreef De Jonge een ferme brief aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland waarin de minister eiste dat de provincie aan de gestelde voorwaarden zou voldoen. Het provinciebestuur heeft tot eind april de tijd om te reageren. “Ik hoop dat ze hun spel op alle punten verbeteren.” De Jonge wil liever niet ingrijpen, maar zal niet aarzelen om dat wel te doen als dat nodig is.

De ChristenUnie en de SGP feliciteerden De Jonge met zijn “assertieve houding ten opzichte van Zuid-Holland”, zo stelt Kamerlid Pieter Grinwis. Net als De Jonge hoopt hij dat beide partijen ‘door goed overleg en goed begrip’ tot een akkoord komen. Maar desnoods moet de minister ‘hard optreden’ als het om UC gaat.