close
close

Focus op bijwerkingen van immunotherapie bij kanker

Focus op bijwerkingen van immunotherapie bij kanker

Er is dringend meer onderzoek nodig naar de bijwerkingen van immunotherapie tegen kanker. De Utrechtse onderzoekers brengen deze boodschap over met een artikel in het tijdschrift Nature Cancer: Clinical and translational attributes of immuun-gerelateerde bijwerkingen. Deze bijwerkingen variëren sterk, van huiduitslag tot hartontsteking.

Lees de Engelse versie >

Het artikel is een samenwerking tussen Karijn Suijkerbuijk (hoogleraar Immunotherapie voor Solide Tumoren), Mick van Eijs (Arts-Onderzoeker) en Femke van Wijk (hoogleraar Weefselimmunologie) van het UMC Utrecht, en Alexander Eggermont (wetenschappelijk directeur) van het Centrum Prinses Máxima. In het artikel geven zij een overzicht van de huidige kennis over de bijwerkingen van immuuntherapie met checkpointremmers. Ze benadrukken ook de noodzaak van meer aandacht en breder onderzoek op dit gebied.

Immunotherapie met zogenaamde checkpointremmers is een relatief nieuwe behandelingsmethode voor kanker. Hoewel deze behandeling in de praktijk steeds vaker wordt toegepast (tot 40 procent van de patiënten met vergevorderde kanker komt ervoor in aanmerking), is er verrassend weinig bekend over de bijwerkingen. Dit is iets waar de onderzoeksgroep van Karijn Suijkerbuijk al jaren alert op is. Wat moet er gedaan worden om de soms ernstige bijwerkingen en mogelijke langetermijneffecten beter onder controle te krijgen? En hoe is het UMC Utrecht hier al mee bezig?

Langere overleving, meer aandacht voor bijwerkingen

Het UMC Utrecht gebruikt sinds 2013 checkpointremmers als immuuntherapie. Sindsdien heeft de immuuntherapie enorme vooruitgang geboekt. Aanvankelijk werd immunotherapie vooral toegepast bij gemetastaseerde huidkanker. Immunotherapie wordt steeds vroeger en bij steeds meer soorten kanker toegepast. Wat immuuntherapie zo bijzonder maakt, is dat bij goed reagerende patiënten het effect vaak jaren na stopzetting van de behandeling aanhoudt. Zozeer zelfs dat we denken dat we hiermee een aantal uitgezaaide kankerpatiënten kunnen genezen. Omdat steeds meer patiënten dankzij immuuntherapie lang overleven, wordt het steeds belangrijker om aandacht te besteden aan bijwerkingen en langetermijneffecten.

De bijwerkingen van immunotherapie lopen sterk uiteen. Patiënten kunnen last hebben van huiduitslag, diarree en spierpijn, maar ook hartkloppingen of ontstekingen van verschillende organen. Deze variatie in bijwerkingen is niet vreemd. De behandeling verandert het immuunsysteem van de patiënt, dat het hele lichaam beïnvloedt.

“De bijwerkingen van immuuntherapie zijn totaal anders dan die van bijvoorbeeld chemotherapie. In principe kan alles worden beïnvloed via het immuunsysteem”, legt medisch onderzoeker Mick van Eijs uit. Ook legt hij uit dat het daarom van groot belang is dat patiënten goed worden opgevolgd. “We zijn ons er echt van bewust, omdat de bijwerkingen ernstige gevolgen kunnen hebben.”

Wat ook anders is, is dat de bijwerkingen van immuuntherapie meestal niet vanzelf verdwijnen. Om te voorkomen dat patiënten ernstig ziek worden of overlijden aan bijwerkingen, worden zij vaak uitgebreid behandeld met immunosuppressieve medicijnen. Maar dat medicijn onderdrukt ook het immuunsysteem. En dat kan gevolgen hebben voor de effectiviteit van immuuntherapie. Lange tijd werd hieraan weinig aandacht besteed. Rik Verheijden en Olivier van Not, beiden ook medisch onderzoekers in het UMC Utrecht, onthulden voor het eerst dat te veel van deze immunosuppressiva zelfs tot een slechtere overleving kunnen leiden.

“Het is lastig. Je moet de bijwerkingen echt behandelen, anders loopt de patiënt gevaar”, zegt Mick. “Maar aan de andere kant willen we ook niet te veel immuunsuppressie toepassen, omdat dit de effectiviteit van medicijnen kan verminderen.” de behandeling. Zoveel als nodig, maar zo weinig mogelijk, daar komt het allemaal op neer.” De exacte plek waar dit evenwicht wordt gevonden verschilt per patiënt en daar is niet genoeg over bekend. Hoe gaan we dat vinden? Deze balans is waar zij onder andere aan werken bij onderzoekers van het UMC Utrecht.

Acute en langdurige bijwerkingen.

Tijdens de behandeling treden acute bijwerkingen op, zoals huidongemak en diarree. Maar er zijn ook langetermijneffecten die meer latent zijn en niet direct zichtbaar. Hoe zit het bijvoorbeeld met de langetermijneffecten op hart en bloedvaten? Of met effect op de vruchtbaarheid? Hoe groot de impact van immuuntherapie hierop is, weten we nog niet. Om echt goede conclusies te kunnen trekken zijn meer patiëntgegevens nodig. “Stap 1 is nu uitzoeken: is er een probleem en hoe groot is het? Om dit te doen moeten we mensen lange tijd volgen”, zegt Mick.

En het is niet alleen het UMC Utrecht dat deze patiënten jarenlang moet monitoren: dat moet wereldwijd gebeuren, vinden de Utrechtse onderzoekers. Alleen op deze manier zullen we concrete en geïnformeerde kennis verkrijgen over de langetermijneffecten van immunotherapie en hoe we deze kunnen aanpakken. Precies daarom pakten de Utrechtse onderzoekers meteen de pen ter hand toen Nature Cancer hen vroeg een artikel over dit onderwerp te schrijven. Karijn: “Er is vrijwel geen onderzoek gedaan naar de beste manier om bijwerkingen tegen te gaan en er is weinig bekend over de langetermijneffecten. Ik ben blij dat we nu stappen in deze richting zetten, onder meer via de European Society for Medical Oncology (ESMO). Vanwege de grote verscheidenheid aan bijwerkingen zijn grote groepen patiënten nodig. Internationale samenwerking is daarbij cruciaal.”

Unieke biobank in het UMC Utrecht

Eén van de manieren waarop het UMC Utrecht bijdraagt ​​aan het vergaren van nieuwe kennis over de bijwerkingen van immuuntherapie is door het opzetten van de biobank UNICIT (UNraveling Immune Checkpoint Inhibitor Inhibitor fused Toxicity). Dit project is uniek in de wereld omdat het zich specifiek richt op de bijwerkingen van immuuntherapie.

In deze biobank van het UMC Utrecht verzamelen onderzoekers sinds 2018 lichaamsmateriaal van patiënten die behandeld zijn met immuuntherapie. Het doel is om beter te begrijpen welke patiënten een hoog risico lopen op ernstige bijwerkingen. De onderzoekers willen met deze biobank ook onderzoeken hoe ze bijwerkingen beter kunnen behandelen. Hiervoor onderzoekt Mick de onderliggende immunologische mechanismen: wat gebeurt er precies met het immuunsysteem als gevolg van de medicatie? Door dit proces te begrijpen hopen onderzoekers de belangrijke vraag te beantwoorden: met welke dosis en welke combinatie van immunosuppressiva kunnen we bijwerkingen het beste behandelen zonder het effect van immunotherapie te vernietigen?

“Wat kunnen de onderliggende mechanismen ons vertellen over hoe we patiënten beter kunnen behandelen?” Mick en zijn collega’s hopen een antwoord te krijgen. UNICIT speelt een leidende rol in zijn promotieonderzoek. “Ik hoop dat ons onderzoek zal helpen de oorzaken van de bijwerkingen van immunotherapie te ontrafelen”, zegt hij. “Dit kunnen aanknopingspunten zijn voor nieuwe behandelingen. Bovendien zou het voor de kliniek zeer waardevol zijn als we voorspellers zouden kunnen vinden. Bijvoorbeeld een bloedtest die ons vertelt welke immunosuppressieve medicijnen tegen bijwerkingen bij elke patiënt het beste werken.”

De Utrechtse onderzoekers hopen te werken aan meer gepersonaliseerde en evenwichtige zorg voor kankerpatiënten. Dit bestrijdt kanker effectiever en garandeert tegelijkertijd de kwaliteit van leven beter. “Ik ben blij dat er steeds meer aandacht komt voor de bijwerkingen van immuuntherapie, omdat het relevant is voor een groeiende groep kankerpatiënten. Met het klinische en laboratoriumonderzoek dat we in het UMC Utrecht uitvoeren, leveren wij daar een belangrijke bijdrage aan”, besluit Karijn.

Immunotherapie, wat is dat?

Immunotherapie maakt gebruik van het immuunsysteem om tumorcellen aan te vallen. Het immuunsysteem is het verdedigingsleger van ons lichaam. Het bestaat uit witte bloedcellen die indringers, zoals bacteriën en virussen, op afstand houden, maar ook tumorcellen aanvallen. Veel tumorcellen hebben echter een slimme truc ontwikkeld om het immuunsysteem te omzeilen.

De lichaamseigen cellen bevatten eiwitten die de witte bloedcellen remmen, zodat deze cellen niet worden aangevallen. Dit noemen we mechanisme Immuuncontrolepunten. Veel tumorcellen profiteren er op intelligente wijze van en bezitten deze eiwitten ook, waardoor ze zichzelf beschermen tegen aanvallen van immuuncellen. Daarom laten de witte bloedcellen de tumorcellen met rust, waardoor ze kunnen groeien. Controlepuntremmers, d.w.z. Immuuncontrolepuntremmers (ICI), rem dit proces. Dit betekent dat tumorcellen kunnen worden aangevallen en geëlimineerd door het immuunsysteem en dat er een langetermijnreactie kan optreden.

Naast ICI’s worden momenteel andere immuuntherapieën gebruikt en ontwikkeld. Zoals CAR-T celtherapie, waarbij immuuncellen genetisch gemodificeerd worden. ICI’s zijn momenteel echter de meest gebruikte immunotherapie.

Vragen, opmerkingen of advies voor de redactie?

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *