De rechtbank doet uitspraak in de zaak van de verdronken Orlando Boldewijn

B. had in de nacht van 18 februari 2018 een betaalde seksuele rendez-vous met het slachtoffer. B. zou Boldewijn na hun ontmoeting hebben meegenomen naar de kust. Omdat Boldewijn vermoedelijk zijn OV-chipkaart bij B. had achtergelaten, kon hij niet naar huis terugkeren. Hoe het in het water terecht is gekomen, is nog onduidelijk. Het Openbaar Ministerie zegt dat B. het slachtoffer heeft zien verdrinken en dit heeft laten gebeuren. Volgens justitie kan dit juridisch vertaald worden als mishandeling met de dood tot gevolg. Duikers vonden het lichaam van de jongen acht dagen nadat hij verdween, vlakbij het ponton van het huis van B.

De rechtbank veroordeelde B. in 2020 tot 44 maanden gevangenisstraf. De man ging in hoger beroep. Tijdens de beroepsprocedure wilde hij geen vragen beantwoorden en beriep hij zich op zijn zwijgrecht.

De zaak heeft uitzonderlijk lang geduurd door onder meer het coronavirus en het vertrek en ziekte van meerdere aanklagers in hoger beroep.