In een groot deel van Zuid-Holland zijn er zeer weinig woningen voor sociale huur

Uit de cijfers waar de provincie zich op baseert blijkt dat in 35 gemeenten minder dan 30 procent van de bedrijfswoningen voor sociale huur bestemd is. In de regio’s Nederland, Rijnland en Midden-Holland voldoet geen enkele gemeente aan de landelijke doelstelling. De regio Rotterdam voldoet wel aan deze eis, met Vlaardingen (40 procent) en de stad Rotterdam (39 procent) als uitschieters.

De woningbouw, en met name de realisatie van betaalbare woningen, zorgt voor spanningen in de Zuid-Hollandse politiek. Binnen de coalitie gevormd door GroenLinks-PvdA, BBB, VVD en CDA bestaat geen overeenstemming over welk deel van de nieuwe woningen bestemd moet worden voor sociale huur.

‘Verschil van mening’

Vorig jaar noteerden ze in hun regeerakkoord 40 procent, met de toevoeging dat dit ‘vooral’ geldt voor gemeenten die achterlopen op de landelijke eis. Op basis hiervan willen de coalitiepartijen bouwplannen beoordelen.

GroenLinks-PvdA houdt vast aan die 40 procent, maar vooral de VVD en de BBB trekken zich terug. Ze willen niet te veel beperkingen opleggen en vooral de woningbouw stimuleren. “Op een gegeven moment ontstaat er een verschil van inzicht in het regeerakkoord”, zei BBB-fractievoorzitter Hans Veentjer deze week tijdens een commissievergadering.

Meer dan de helft

Dit was vaak de kritische brief die demissionair minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) vorige week naar Zuid-Holland stuurde. De Jonge schrijft dat de ‘40 procent-eis’ contraproductief is en dat bouwprojecten daardoor niet van de grond komen. Hij wil dat de provincie het landelijke 30 procent-akkoord volgt.

Zuid-Holland heeft met het kabinet afgesproken dat er tussen 2022 en 2030 ruim 235.000 woningen bijkomen om het woningtekort aan te pakken. Ruim de helft van de huishoudens in de dichtstbevolkte provincie (3,8 miljoen inwoners) heeft recht op sociale huisvesting.