Waarom konden demonstranten zo dicht bij het Holocaust Museum blijven?

Rob Hofland, leider van partij D66, zegt dat demonstranten kunnen kiezen hoe ze hun vrijheid om te demonstreren uitoefenen. “Ik zou het niet zo hebben gekozen.” Toch vindt hij de afstand niet te kort. “Je mag het op zichtbare en hoorbare afstand doen, dat is wat er is gebeurd. Ik denk niet dat de wet veel ruimte laat om het op een heel andere manier te doen.”

PvdA-fractieleider Lian Heinhuis is een soortgelijke mening toegedaan. “Het bepalen van de locatie van de demonstraties is niet afhankelijk van de politiek, maar ik zou willen benadrukken dat de locatie van de demonstratie ook verantwoordelijkheid impliceert voor de demonstranten, gezien de emotionele last van het openstellen van dit belangrijke museum voor bezoekers, inclusief overlevenden van de Holocaust zelf. “

Administratieve moed

Wijnants vindt dat er ‘bestuurlijke moed’ nodig was. “Als deze demonstranten ook maar enkele tientallen meters verder hadden gestaan, bijvoorbeeld op de hoek van de Plantage Kerklaan en niet vlak voor de museumopening of iets verderop op het Waterlooplein en niet direct op het Mr. Visserplein, dan hadden ze dat al gedaan hebben zichzelf veel lijden bespaard.”