close
close

De weinige laagbouw van Libau is de meest letterlijke vertaling van Houthaven

Libau is het zesde verstedelijkte eiland van de Houthaven. Terwijl het grootste deel van die buurt verwijst naar de Amsterdamse School of de Brouwersgracht, is dit eiland een letterlijke verwijzing naar houten schuren en botenhuizen. Werkt dat concept?

Jaap Huisman

Van een afstandje gezien luidt het oordeel op het eiland Libau: daar staan ​​kazernes. Het soort lange blokken waarin asielzoekers op Zeeburgereiland worden gehuisvest. Waar is dit oordeel op gebaseerd? Op schuine daken, op houten bekleding etc., in de vorm.

Het verschil is dat de hoogte van de trein in de gebouwen varieert, waardoor uniformiteit wordt vermeden. Libau vormt echter een stilistische breuk met de rest van de Houthaven, die vooral wordt gekenmerkt door hoge herenhuizen van dieprode baksteen die soms doen denken aan de Spaarndammerbuurt en soms aan de grachtengordel. De uitzondering is het eiland Stettin, met zijn lage huizen in Dudok-stijl, typisch voor een Vinex-gebied.

Libau is de voorlaatste toevoeging aan de Houthaven. Het ligt vlakbij het Pontsteigergebouw, waarmee het eiland een groot contrast vormt. De architect van deze ‘semi-kazerne’ is het kleine Amsterdamse bedrijf Attika, gespecialiseerd in houtbouw.

In 1999 ontwierp Attika het bezoekerscentrum voor de toekomstige woonwijk IJburg. Omdat de gemeente die opdracht niet aan individuele architecten wilde verlenen, sloten drie jongeren zich aan. Na het succes van dat bezoekerscentrum specialiseerde Attika zich in architectuur gerelateerd aan water.

Timmerhout voor de zolder, vloeren en constructie.

De lage houten gebouwen van Libau zijn de meest letterlijke vertaling van het Houthavenconcept. Hier, in het IJ, bereikte de afgelopen eeuwen hout uit de Baltische landen, Finland en Polen de kusten, hout dat werd gebruikt voor daken, vloeren en woningconstructies (uit kanalen).

Libau is de Duitse naam van de Letse stad Liepaja, de derde grootste van Letland. Eiken- en naaldhout komen hier vandaan. Ook de kleur van de houten bekleding verwijst naar het palet van de Oostzee: roodbruin, zwart getint en grijsachtig. Ossenbloedrood en felblauw completeerden het palet, maar het was waarschijnlijk te agressief voor de keurige Houthaven.

De 116 appartementen doen in de verte denken aan de kazernes, schuren, botenhuizen en houten loodsen die in deze wijk stonden. Het panorama verandert in de binnenstraat.

De gevels zijn getrapt, sommige woningen hebben een voortuin, sommige hebben een balkon of dakterras, er zijn deuropeningen, luifels boven de toegangsdeur en aan de achterkant grote terrassen omzoomd door glazen balustrades en ondersteund door de dikst denkbare balken. Dit is veruit het meest aantrekkelijke deel van Libau. Op zo’n balkon wil je op een zomerse middag met uitzicht op het IJ even nadenken.

Toekomstig kanaal

Er zijn zonder uitzondering uitsluitend koopwoningen met een mooie maatvoering van 90 meter, waarbij bijvoorbeeld een maisonnette aanwezig is met de woonkamer direct aan de toekomstige gracht.

Een paar gelukkigen kunnen in een huis in loftstijl van 175 vierkante meter wonen. Net als in de rest van de Houthaven verdwijnen de auto’s op een halfondergrondse parkeerplaats. Bijzonder is een centrale fietsenstalling op halve hoogte, waardoor overbelasting van de openbare ruimte wordt voorkomen. Dit voorspelt een levendige buurt met spelende kinderen: het kenmerk van de hele buurt.

Libau is het zesde te ontwikkelen eiland. Nu komt het eiland Karlskrona, het dichtst bij het centrum. Het mooie is dat de relatief lage gebouwen van Libau zich onderscheiden van de rest van de snelle Houthaven. Hoog, hoger, hoger, steenachtig en zandiger.

Dat neemt niet weg dat de langgerekte blokken er wat karig uitzien en wederom niet zo stedelijk als bedoeld. Want dat industriële verleden, dat centrum van handel en industrie waar de ‘loodsen’ naar verwijzen, bestaat niet meer.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *