close
close

Rapoma José (76): ‘Ik gebruik geen straattaal en draag geen hoed, maar ik doe mijn best!’ – Reclame Rotterdam | De Havenloods

Rapoma José (76): ‘Ik gebruik geen straattaal en draag geen hoed, maar ik doe mijn best!’  – Reclame Rotterdam |  De Havenloods

Speler van de week in Rotterdam

Algemeen
42 keer gelezen

Rotterdam – José van Zutphen (76) is de grootmoeder van de Rotterdamse rap. Hij deelt zijn ‘poëzie’ via poëzie, gesproken woord en rap. Hij is aanstekelijk enthousiast en straalt tegelijkertijd een warme rust uit. Die ‘X-factor’ bracht haar bij de televisie (Jinek, Man Bijt Hond), maar die gebruikt ze vooral als vrijwilliger in Rijndam en tijdens optredens, zoals bij de Poetsclub Rotterdam. Ook publiceerde hij diverse dichtbundels en een kinderboek.

Door Britte Kramer

Een bezoek aan Rapgranny is precies wat je verwacht van een bezoek aan ‘oma’. De eerste lentestralen verschijnen in hun gezellige en kleurrijke huis vol boeken. Op tafel staan ​​kopjes thee, appeltaart en Merci-chocolaatjes. En José zelf? Hij praat non-stop, is zeer geïnteresseerd en springt regelmatig op om iets voor te dragen of te dansen.

Wanneer besloot je: ik word rapper?

“Ik was altijd minister van Volksgezondheid. Ik schilderde ook graag, en al dertig jaar schilder ik ook met woorden. Ik treed steeds vaker op en er is meer variatie: van haiku tot spoken word, voor jong en oud, voor zwart en wit en alles daartussenin. Ik leer van het leven; niet uit boeken. Vroeger wilde ik CliniClown worden en nu is dat aardig gelukt.”

Heeft u het over uw vrijwilligerswerk in Rijndam?

“Ja. Zo’n vijftien jaar geleden ben ik begonnen als gastvrouw in de kliniek. Koffie serveren, met een glimlach, creëerde vaak een opening voor een gesprek. Soms zit ik hand in hand met iemand en delen we de stilte, soms draag ik iets voor. Ik doe dat werk met hart en ziel. Onlangs belde een patiënt mij. “Wil je een goede koffie van mij?”, vroeg ik hem. Dat wilde hij, maar hij wilde ook dat ik een rap schreef over afasie. Toen ik klaar, hij bad het langzaam. ‘Goede Joseph. “Ik voel me gehoord”, zei hij. We waren allebei ontroerd. Dat is mijn beste beloning. Dat je iets in de ander raakt en dat het wederzijds is.”

Heb jij nog meer van die mooie verhalen?

“Een Marokkaanse jongen zat in de wachtkamer, zijn gezicht gerimpeld van de pijn. ‘Heb je al iets over het weekend geschreven?’ De hele kamer was vol, maar ik was er op dat moment alleen voor hem. Ik begon te rappen en ik zag zijn hele gezicht ontspannen. De dokter stond inmiddels aan de deur, maar hij zag ook wat er gebeurde en wachtte tot ik klaar was. ‘Dat zou je vaker moeten doen, José,’ zei hij toen. De jongen gaf me een stomp: ‘José, even was de pijn helemaal weg.’”

Waar schrijf je over?

“Laatst schreef ik een gek gedicht over de voorjaarsschoonmaak, maar ook een mooi gedicht over troost. Ik schrijf over het kappen van bomen, over vluchtelingen… Dan gaat die deur open, dan die deur. Ik schreef veel over de liefde. Zo begint het toch altijd? Maar nu ben ik een beetje opgebrand als het op liefde aankomt. Nu schrijf ik veel over sociale kwesties. Iemand schreef op Facebook ‘eindelijk een rapper met inhoud’. Daar was ik trots op. Zo schreef ik er laatst eentje voor Havensteder.”

Een rap voor Havensteder?

“Ik woon hier al 36 jaar. De eerste jaren waren erg leuk, maar door slecht onderhoud verkeert het pand nu in slechte staat. Een kapotte deur betekent bijvoorbeeld dat daklozen op de trap slapen en marihuana roken. Ik maak wel eens een praatje met een van die jongens, en toen de politie hem onlangs meenam, zei ik: ‘Sorry, jongen… Misschien heb je nu een goed bed om in te slapen.’ De galerij was ook gevaarlijk glad. Ze beloofden al twee jaar dat ze er iets aan zouden doen, maar dat gebeurde gewoon niet, totdat een oudere man viel. Ik laat van mij horen als ik tevreden ben, maar ook als ik klachten heb. “Ik heb deze rap geschreven namens alle bewoners.”

Lees verder onder de video >

Wat is voor jou de magie van rap?

“Mensen maken mij gelukkig en mensen maken mij gelukkig. Ze roepen ‘hallo Rap Granny’ en soms omhelzen ze me. Ik ben helemaal jong met die jonge mensen. Maar ik heb niets met rap te maken en ik ga geen straattaal gebruiken. Soms vraagt ​​iemand: ‘Joseph, wil je mijn hoed dragen?’ Nee. Ik zeg geen neuken en niet kuiken en jij houdt die hoed. Maar ik ga mijn best doen!

Waar haal jij de energie vandaan?

“Mensen vragen dat vaak. Dan wijs ik naar mijn pacemaker, die ik liever ‘vredestichter’ noem, en zeg: ‘Oh ja! Ik zal het iets verlagen. Ik ben een halve robot, ik heb ook een kunstheup. Maar zo ga je ermee om. Ik heb een ‘poëtische’ instelling. Ik wil de wereld een beetje mooier maken met mijn teksten en ik heb een primordiaal vertrouwen in het leven. Wat een geluk, want ik heb veel slechte dingen meegemaakt. Maar als de ene deur dichtging, ging er altijd een andere open.”

Wat zijn jouw dromen voor de toekomst?

“Voor ik sterf wil ik nog één keer optreden in Paradiso met jongere hiphoppers, rappers en spoken word-artiesten. Het voordeel van ouder zijn is dat je niets meer hoeft te bewijzen en over alles nadenkt: niet schieten is altijd verkeerd.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *