Amsterdam hanteert maatregelen om te voorkomen dat padden verdrinken tijdens de trek

De paddenmigratie is weer op gang gekomen, maar deze dieren vallen vaak in een trottoirkloof. Stadsdeel Oost is een pilot gestart met trappen in de put, zodat de padden zelf kunnen klimmen. Het lijkt een succes.

Stadsecoloog Koen Wonders bevindt zich in een draaikolk op de stoep van de Flevoparkweg. Binnenkort gaat hij op zoek naar padden die tijdens hun trek in een afvoer zijn gestrand. Het is rond zonsondergang. Nu zijn de padden normaal gesproken actief.

“Het is behoorlijk koud vandaag”, zegt Wonders. “Ik kan niets beloven. Vanmiddag zag ik een salamander.”

“De natuur is niet te controleren”, zegt GroenLinks-rayonmanager Zeeger Ernsting. “Ten minste een klein beetje.”

Voor Amsterdammers is de Flevoparkweg een doodlopende straat ten westen van het Flevopark, met prachtige appartementen en woningen in het groen. Voor padden, salamanders en bruine kikkers is de Flevoparkweg vanaf hun winterslaap rond de Zeeburgerdijk tot het einde van hun reis, zo’n vijftig meter verderop, een gevaarlijke oversteek: het water en de oevers van de Flevoparkweg en Kramatweg zijn een ideaal leefgebied voor amfibieën.

Alleen dan hoeft u de Flevoparkweg over te steken, deze heeft een hoge stoep. Wonderen: “Sommigen worden overreden, vooral op een mooie, warme lentedag, en anderen vallen in een draaikolk en verdrinken daar.”

pad ladder

Vorig jaar, toen de migratie echt begon, liep Wonders elke dag met een emmer over straat en verzamelde met een net vijf tot tien padden of salamanders uit de putten. Dat moest anders, vond hij. Afgelopen zaterdag plaatste hij in 33 troitatorkamers een paddenladder in de hoek van een put. Wonderen: “Uit onderzoek is gebleken dat 90 procent van de amfibieën binnen 24 uur zelfstandig uit de put kan klimmen.”

Dat is dit jaar een nog groter probleem, omdat de paddenmigratie eerder op gang kwam dan normaal. Vanwege het milde weer begin februari. Hij vraagt: “Dat is een tastbaar nadeel van de klimaatverandering.”

Vanwege het milde klimaat ontwaakten sommige amfibieën uit hun winterslaap en begonnen ze een maand eerder aan hun trek. Wonderen: “Begin februari viel de schemering tussen 17.00 en 17.30 uur, dat is precies de piekperiode waarin automobilisten thuiskomen. Normaal gesproken begint de migratie in maart. Dan, rond zeven uur ’s avonds, valt de schemering in en is de spits voorbij.”

Eind februari was het weer koud, waardoor een groot deel van de amfibieën nog in winterslaap is. Wonders: “Er is altijd een verschil tussen laatslapers en vroegslapers. Rond de Zeeburgerdijk zijn nog steeds duizenden mensen in winterslaap. Ze beginnen hun migratie in maart.”

Er is geen pad

Met een metalen staaf opent hij het deksel van een troittorkamer. Er is geen weg te bekennen. Zelfs niet bij de volgende, zelfs niet bij de volgende. In de hele straat is geen weg te bekennen. Dat kan twee dingen betekenen: het is vandaag te koud voor een behoorlijke paddenmigratie, of de pilot is een groot succes: alle padden die het hol in zijn gegaan, zijn weer bovengekomen.

Toch een voorzichtig succesvolle start voor de pilot. “Wij hebben de plicht om voor alle dieren in de stad te zorgen”, zegt regiodirecteur Ernsting. ‘En dat zijn ook padden. Ze maken deel uit van het ecosysteem en voeden zich bijvoorbeeld met muggenlarven. En als er met zo’n relatief eenvoudige ingreep veel dieren kunnen worden gered, mag dat niet ontbreken.”

De komende weken zullen tientallen, misschien wel honderden padden in een troittordraaikolk van de Flevoparkweg terechtkomen. Is iedereen slim genoeg om te begrijpen hoe die trappen werken? Wonder: “Padden bestaan ​​al miljoenen jaren. Dit is zeker niet het eerste obstakel dat ze moeten overwinnen.”

Het district Noord heeft ook een aantal paddenladders besteld.

Over de auteur: Hans van der Beek werkt al ruim 25 jaar bij Het Parool. Had hij vroeger populaire columns als Hans Halveert en Schuim, nu schrijft hij vooral verhalen en reportages over Amsterdam.