close
close

‘We struikelden een beetje’

‘We struikelden een beetje’

De knip in de Weesperstraat blijft een uniek experiment: de hulpdiensten ondervonden hinder en het systeem liet nauwelijks uitzonderingen toe. Er was sprake van een gebrek aan communicatie en dit was duidelijk merkbaar op de brandweerwagen.

David Hielkema En Marc Kruyswijk

De proef met doorsnijding in de Weesperstraat zorgt voor een flinke afname van het autoverkeer in de omgeving en ook door de hele stad. De snede zal echter niet blijvend zijn, omdat ook de sluiting voor problemen zorgde. Onder meer hulpdiensten en hulpdiensten liepen vertraging op. Wethouder Verkeer Melanie van der Horst en brandweercommandant Tijs van Lieshout herinneren zich een proces met veel leermomenten.

De communicatie tussen de gemeente en de leiding van de hulpdiensten was op zijn zachtst gezegd niet erg goed.

Melanie van der Horst: “Zeker, op strategisch niveau zijn er nog niet voldoende zaken besproken. “Dat had beter gekund.”

Wanneer ontdekte je dat de communicatie niet goed was?

Tijs van Lieshout: “Al tijdens de eerste weken van de knip. Als brandweerlieden wisten we natuurlijk van tevoren dat we in de problemen zouden komen. We wisten dat er files zouden ontstaan, waardoor we vertraging zouden kunnen oplopen. Maar als er op dit vlak een probleem is, is het handig om dit op managementniveau te kunnen coördineren. “Nu zijn we een beetje gestruikeld.”

Als u vooraf beter had gecommuniceerd, zou er dan iets veranderd zijn voor de brandweerlieden op de grond?

TvL: “Dat zou niet veel veranderd zijn. Vanuit ons perspectief was het belangrijk dat als er iets groots gebeurde, we op een knop konden drukken en alles openging. Dat was vooraf goed geregeld. Verder verliep de test zoals verwacht. “Ik heb die commotie niet gezien in de media of onder bewoners, maar in de hoofdstad is er wel vaak commotie.”

Na enkele incidenten beloofde de wethouder de gemeenteraad dat zij dagelijks melding zou maken van de incidenten. Hoe was dat voor jou?

TvL: “Elke dag lijkt ons te veel. Maar we hadden het vooraf beter moeten bespreken.”

MvdH: “We hebben te veel in de handen van de mensen op het terrein gelaten, ook omdat dit bij eerdere grote projecten goed werkte. Maar om ervoor te zorgen dat beleid en uitvoering in de toekomst beter op elkaar aansluiten, vindt er nu elke twee weken overleg plaats.”

De storing zorgde voor een gemiddelde vertraging van 35 seconden voor de brandweer. U benadrukt: wij zijn binnen de geldende norm gebleven. Maar voor de mensen in de brandweerwagen moet die halve minuut meer tellen.

TvL: “Het zijn twee realiteiten en beide zijn waar. Maar we zijn ook een uitvoeringsorganisatie: als brandweer begrijpen we heel goed dat er de komende jaren iets gaat veranderen in de stad. “Dat willen we op tijd weten.”

MvdH: “Elke seconde telt, altijd. Ik zou ook heel graag willen dat we het beter hadden gedaan met de slagbomen, die niet altijd open gingen. Tegelijkertijd: brandweerlieden hebben altijd te maken met gebeurtenissen in de stad. “Er zijn altijd omleidingsroutes, die gelden ook tijdens reguliere werkzaamheden, demonstraties en evenementen.”

“De stad ontwikkelt zich: we hebben te maken met de drukte, er is de slechte staat van de bruggen en dokken. De stad groeit. In 2050 zullen er naar verwachting 250.000 Amsterdammers en 200.000 banen bijkomen, met bijbehorende verkeersstromen. Als we niets doen zal het aantal autokilometers met bijna 30 procent toenemen, terwijl het aantal fiets- en openbaar vervoerkilometers met zo’n 40 procent zal toenemen. Als we niets doen, komt de stad tot stilstand. De volgende stap is onvermijdelijk.”

Hebben de brandweerlieden ook gemerkt dat de drukte in de stad toeneemt?

TvL: “Nou, dat zien we nog niet terug in de aankomsttijden.”

MvdH: “Over het algemeen hoor ik zorgen vanuit de ambulance.”

TvL: “Ik heb vanuit mijn organisatie geen grote zorgen hierover gehoord. Ik heb het nog niet gehoord van agenten die even verder kijken en de patronen onderzoeken. Maar het is een kwestie van optellen: werkzaamheden, sluitingen, drukte, etc..”

Ook uit het palenplan in de westelijke grachtengordel bleek dat de communicatie binnen de brandweer niet goed was geweest. De brandweerlieden bleven vloekend achter. Er is wellicht enige discussie geweest tussen de leiding en de gemeente, maar de autobrandweerlieden willen vooral doorgaan.

TvL: “Dat vond ik nog spijtiger. Er is nog minder overleg over geweest en dan zit er iemand op zijn knieën met een sleutel te rommelen. Deze twee werelden bestaan ​​ook in het paalplan: iets past misschien wel in het raamwerk, maar levert toch problemen op voor hulpverleners. Ik begrijp dat.”

Dit gebeurde na de bezuiniging. Moet zoiets niet vooraf grondig besproken worden?

MvdH: “Ik denk dat we dat geleerd hebben.”

TvL: “Natuurlijk. Als er afsluitingen of andere verkeersmaatregelen zijn waar wij als brandweerlieden later profijt van kunnen hebben, is het voor ons goed om die vooraf te weten en te bespreken.”

De volgende stap is om een ​​beter beeld te krijgen van de doelgroepen: wie kan nog met de auto de stad in en wie niet? Hoe zou dat eruit moeten zien?

MvdH: “Spoed- en hulpdiensten moeten altijd toegang hebben, maar over de rest moet overlegd worden. Huisarts of verloskundige, thuiszorg of aanvullend openbaar vervoer, taxi of de logistieke sector? Moeten ze altijd directe toegang hebben?

Hoe meer uitzonderingen er zijn, hoe ingewikkelder het wordt.

MvdH: “Natuurlijk. Tegen sommige groepen zullen we straks wellicht zeggen: het is niet erg als je nog wat langer onderweg bent. Daar moet een politiek en maatschappelijk debat over plaatsvinden.”

Momenteel bestaat er een plan om de Weesperstraat te veranderen van twee rijstroken naar één.

MvdH: “We moeten iets doen, er zijn weer 28.000 auto’s per dag op straat geweest, de luchtkwaliteit is opnieuw heel slecht. “Ik voel me verantwoordelijk om er iets aan te doen.”

TvL: “Hier zou een centrale rijstrook gecreëerd kunnen worden voor hulpdiensten.”

MvdH: “Dat is het soort gesprek dat we hier moeten voeren. “Ook bij de brandweer zijn we benieuwd naar innovatie, zodat er meer uitwisseling ontstaat.”

Zal de toekomst van Amsterdam overal een “zachte snit” invoeren?

MvdH: “Het woord filter vind ik mooier. Iedereen kan door een wijk of straat navigeren, maar niet iedereen kan dat in een motorvoertuig. Het is aan ons allemaal om te kiezen wie er kan passeren en wie een omweg moet nemen.”

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *