close
close

Joan Haanappel, een leven gewijd aan kunstschaatsen

1959: Sjoukje Dijkstra met zijn eeuwige rivaal Joan Haanappel

Het schaatsen

“… Joan heeft minder temperament dan Sjoukje, maar zij bezit het geheim van een iets coolere en daarom niet minder aantrekkelijke verfijning, die ook terug te vinden is in de renaissancelijnen. Joan schaatst als een aristocraat die na het schaatsen op de Spinet zou kunnen gaan spelen. Verfijnd en met nobele charme. De hele internationale groep was er verbijsterd door…”

Zo klonk het Nederlandse commentaar tijdens de kür op muziek van Joan Haanappel op de Europese kampioenschappen kunstschaatsen in 1959, waar ze brons won achter haar landgenote Sjoukje Dijkstra.

Schaduw

De elegante Haanappel stond in de schaduw van haar rivaal en trainingspartner, bekend om haar enorme springvermogen. Maar in de jaren vijftig en zestig wisten vrienden Nederland in de ban van het kunstschaatsen te brengen. Toen Sjoukje en Joan aan het schaatsen waren, zaten veel mensen aan de tv gekluisterd.

1956: Joan Haanappel (rechts) in opleiding

De twee talenten trainden vanaf zeer jonge leeftijd samen in Den Haag onder coach Annie Verlee. Haanappel en Dijkstra waren pas negentien jaar oud toen ze in een vrachtvliegtuig tussen sla, maar dan gratis, naar Londen vlogen om te trainen bij de strenge Zwitserse kampioen Arnold Gerschwiler.

Viervoudig Nederlands kampioen op rij

Die investering heeft zijn vruchten afgeworpen. Haanappel werd tussen 1955 en 1958 vier keer op rij uitgeroepen tot Nederlands kampioen, maar vanaf 1959 werd de Hagenaar definitief voorbijgestreefd door de een jaar jongere Dijkstra. In tegenstelling tot Haanappel kon ze goed omgaan met druk en zenuwen en werd ze de meest succesvolle van de twee.

Dijkstra won vijf Europese titels, drie wereldtitels en de Olympische titel in 1964. Haanappel won driemaal brons op het EK (1958-1960). Op de Spelen van 1960 eindigde ze als vijfde.

Na het WK van 1960 was Haanappel het beu. Met topsport werd in die tijd weinig winst behaald. “Ik heb helemaal niets ontvangen, hooguit een doosje hop”, aldus Haanappel, die besloot voor het geld in het tijdschrift Wiener IJsrevue te kiezen.

Terwijl Sjoukje Dijkstra topsport bleef beoefenen en de eerste Nederlandse vrouw werd die een Olympische titel won op de Winterspelen, bouwde Haanappel een leven op als professioneel soliste op de topijsshow. Het werd later veranderd in het Amerikaanse Holiday On Ice.

Kunstschaatsen levend houden

‘Sjoukje en Joan’ waren als jonge atleten medeverantwoordelijk voor de groeiende populariteit van kunstschaatsen in Nederland en bleven na hun carrière samen strijden voor de sport.

Nederlands Kampioenschap 2000: Joan Haanappel en Sjoukje Dijkstra

Als commentator voor de NOS en later Eurosport bleef Haanappel jarenlang zijn passie voor kunstschaatsen op televisie uiten. Ook trad hij toe tot het bestuur van de schaatsvereniging KNSB, maar dit baarde hem veel ergernis. Volgens Haanappel wist niemand binnen de vereniging iets van kunstschaatsen en kreeg vooral het langebaanschaatsen voorrang.

Na Haanappel en Dijkstra heeft Nederland geen atleten van wereldformaat meer voortgebracht, afgezien van de Amerikaanse Dianne de Leeuw (wereldkampioene in 1975). Maar Haanappel wilde koste wat kost het kunstschaatsen in Nederland levend houden. Hij richtte de Stichting Kunstschaatsen Nederland op, waarmee hij jonge talenten de kans wilde geven de wereldtop te bereiken. Ook Sjoukje Dijkstra zette zich in voor de stichting.

Voormalig kunstschaatsster Joan Haanappel trad op als NOS-commentator bij de Winterspelen van Lillehammer (1994).

Met zijn stichting organiseerde Haanappel trainingsweken voor jonge talenten, waarvoor hij altijd een internationale toptrainer naar Den Haag haalde. Alles om ervoor te zorgen dat het schaarse talent in Nederland niet verloren gaat.

In 2018 werd de stichting omgedoopt tot de Joan Haanappel Stichting Kunstschaatsen Nederland omdat dit volgens het bestuur recht deed aan de inspanningen die Haanappel dagelijks bleef leveren voor de sport.

Erfenis aan de stichting

Veelzeggend is ook dat Haanappel zijn nalatenschap aan zijn stichting schenkt. “Helaas heb ik geen kinderen, kleinkinderen of broers en zussen. Ik kan het geld natuurlijk doneren aan een goed doel, maar ik heb de basis gelegd. Die moet blijven bestaan, dus daar gaat mijn geld naartoe. Drink daar. Overigens niet een drankje minder’, merkte hij op in 2017.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *